Vergelijkende test / Volkswagen Jetta 1.4 TSI 122 vs Volkswagen Jetta 1.4 Hybrid : De kosten van 'groen'

Tot voor kort was de hybrideauto het speeldomein van de Japanners, toch zeker in de categorie waarover we het hier hebben, die van de betaalbare gezinsberline. Toyota heeft in dit segment jarenlang geheerst met zijn Prius en het heeft de Japanse constructeur geen windeieren gelegd: ondertussen rijden er al miljoenen Priussen en dergelijke rond op deze aardkloot, niet zozeer in Europa (waar heel wat dieselminnaars hun neus ophalen voor dit soort aandrijving), maar wel in de rest van de wereld (waar ze dan weer geen enkele boodschap hebben aan personenauto’s die op die stinkende en rokende brandstof rijden).

Ondertussen is het voor een autoconstructeur zeer gevaarlijk geworden om voornamelijk van één enkel continent afhankelijk te zijn, om bij wijze van spreken op één paard te wedden. De wereld is geglobaliseerd en de auto-industrie ook, al was het maar om de uit de pan rijzende kosten te kunnen afschrijven over meer verkochte exemplaren. Je kunt deze problematiek oplossen met joint ventures om het totale volume op te drijven, of door zelf wereldwijd te gaan, je productgamma zo aan te passen dat er voor elk wat wils is.

De eerste minder dure hybride in de Volkswagen-groep, de Jetta (later volgen er nog, om te beginnen op basis van de Golf), richt zich in eerste instantie op de twee automarkten die op dit ogenblik wereldwijd de belangrijkste zijn: de Noord-Amerikaanse en de Chinese, waar de gewone versies van deze no-nonsensegezinsauto van VW al erg hoog scoren. Een hybridevariant kan dat succes alleen maar vergroten, zo redeneert men in Wolfsburg, en uiteraard biedt men dan de auto ook op het Oude Continent aan, weliswaar met een bescheidener verkoopambitie