Concept
Alpine is volop bezig met zijn transformatie een 100% elektrische constructeur te worden, een switch die het gamma zal verrijken met een hot-hatchversie van de nieuwe Renault 5 en met een cross-overmodel met vier zitplaatsen. Ook de A110 krijgt een opvolger, die ontwikkeld wordt in samenwerking met Lotus. Maar dat is nog toekomstmuziek. En gelukkig maar, want de huidige Alpine A110 is nog lang niet aan het einde van zijn Latijn.
Beter nog, voor 2022 heeft de Franse sportwagenbouwer de Alpine A110 nog eens tegen het licht gehouden. Het gamma telt nu drie varianten: de A110 en de A110 S kregen immers het gezelschap van deze GT, die het wat mildere onderstel van de eerste combineert met het krachtigere aandrijfgeheel van de tweede. De turbobenzine van 1,8 liter die we kennen uit de Renault Mégane R.S. levert voortaan 300 pk voor een maximumkoppel van 340 Nm, power die op de achterwielen gezet wordt via een gerobotiseerde Getrag-zevenbak met dubbele koppeling.
Net zoals de S-versie heeft de Alpine A110 GT aan 4,2 seconden genoeg om van 0 naar 100 km/u te sprinten, de kilometer vanuit stilstand wordt net zo goed afgehaspeld in 22,4 tellen. Maar de topsnelheid ligt wel lager: de S haalt 260 km/u, met optioneel Aero-pakket zelfs 275 km/u, de GT houdt het bij 250 km/u. Maar dat lijkt ons meer dan snel genoeg, tenzij je regelmatig een afgesloten omloop zou opzoeken. Maar dan had je niet voor de Alpine A110 GT moeten kiezen...
Het optionele Alpine Telemetrics-menu is ook overbodig, maar wel amusant: het geeft je info over de turbodruk, het motorkoppel en het vermogen, over de temperatuur van de motor en de versnellingsbak en over de stuurhoek en de g-krachten bij het accelereren, remmen en nemen van bochten.
Rijgedrag
De Alpine A110 GT houdt het dan wel bij de mildere onderstelset-up van de basisversie, toch adopteert de ophanging enkele updates van de sportievere S-variant. De 17-duimers worden vervangen door velgen van 18 duim, nog steeds omgord door Michelins Pilot Sport 4-banden. De standaardremmen maken plaats voor de exemplaren van de A110 S, gezegend met blauwe Brembo-klauwen en schijven van 320 millimeter.
De GT-missie van de Alpine A110 wordt versterkt door de stijlvolle interieurbehandeling, met zesvoudig verstelbare comfortzetels in bruin (of zwart) leder met blauwe stiknaden. En die maken langere ritten inderdaad een stuk aangenamer. Maar maak er geen echte gran turismo van, want de cockpit is krap, het laadvolume blijft beperkt en de rijgeluiden zijn nog steeds omnipresent. Onderweg hebben we ons ook een beetje gestoord aan het wat artificiële motorgeluid: misschien had de GT een aparte knop mogen krijgen om die soundtrack te beteugelen op langere ritten?
We hebben de Alpine A110 GT kunnen testrijden naast de vernieuwde S-versie en vinden de mildere afstelling beter werken op de openbare weg. Niet alleen omwille van het extra streepje comfort, maar ook omdat er wat minder zenuwachtigheid in het stuur en de ophanging sluipt. Bovendien geeft deze chassisset-up je wat meer speelruimte bij het tackelen van nauwe kronkelbanen met bedenkelijk asfalt, zodat de GT eigenlijk meer rijplezier biedt.
Verdict
Je zou de GT de ideale mix tussen de basisvariant en de S-versie kunnen zien, want in de meeste omstandigheden verenigt deze Alpine inderdaad het beste van beide werelden. Maar als we eerlijk zijn, dan blijft de meerwaarde tegenover de gewone A110 beperkt. Onderweg hebben we die extra power immers nooit kunnen benutten, maar vooral genoten van het spitse weggedrag, het lage totaalgewicht en de compacte afmetingen.
Als deze sportwagen iets bewijst, dan dat je helemaal geen 300 paarden nodig om je te amuseren. Want GT of niet, wat is en blijft die Alpine A110 een geweldige auto. Om mee te rijden én om naar te kijken. Daar doen de talloze special editions – zoals de Tour de Corse 75 – die momenteel Porsche-gewijs aan het gamma toegevoegd worden, geen afbreuk aan.
- Geweldige blend tussen A110 en A110 S
- Toch blijft meerwaarde GT beperkt
7
