Concept
Met een Fiat 500 rijden is leuk, maar niet erg praktisch. Zelfs in de nieuwe generatie is het immers niet vanzelfsprekend om vier inzittenden en wat bagage in een koetswerk van 3,63 meter te krijgen. En het zijn met name de achterpassagiers die het gelag betalen. Wie zich al eens op de achterbank van een 500 heeft moeten wurmen, weet waarover we het hebben. Voor de nieuwe, volledig elektrische generatie hebben de ontwerpers dan ook het idee opgevat het principe van een omgekeerd openend kleiner deurtje toe te passen (zoals bij de Mini Clubman uit 2007 of de Mazda RX-8 en MX-30) om deze 3+1-versie te creëren.
Wat onderscheidt een 3+1 van de klassieke koetswerkvariant? Een eenvoudige uitsnijding van 42 centimeter in de rechterflank, het schrappen van de B-stijl aan die kant (en de nodige versteviging elders als compensatie), en klaar is Luigi. Of dat de auto verprutst? Helemaal niet, want de algemene afmetingen blijven ongewijzigd. En wat het gewicht betreft: deze transformatie maakt de Fiat amper 30 kg zwaarder. Eén detail: dit deurtje kan niet onafhankelijk open. Je moet eerst de voorste deur openen vooraleer je het kunt gebruiken.
In de dagelijkse praktijk komt de meerwaarde van de 3+1 al snel tot uiting, of toch in precieze omstandigheden. De meest voor de hand liggende is wanneer je een kind in een specifiek kinderzitje moet plaatsen. Dan is het dag en nacht verschil met de ‘gewone’ 500 (en de Cabrio). Maar de extra toegang kan ook van pas komen om bijvoorbeeld een valies (of een groot pakket van bij een Zweedse meubelwinkel) op de achterbank te schuiven. Want ook hier is de koffer nog altijd maar 185 liter groot, al kan dat volume met neergeklapte achterbank (enkel de rug) worden uitgebreid tot 550 liter. En ook voor trouwe viervoeters is het een pak makkelijker om op de achterbank te springen.
Voor menselijke passagiers is de instap (rechts dan toch) erg natuurlijk… op voorwaarde dat ze niet groter zijn dan 1,70 meter. Want vergeet niet dat de 3+1 niet langer of breder is dan een andere 500 – met andere woorden: de achterste plaatsen zijn nog altijd krap. Aan het stuur is er genoeg plaats voor wie groot van gestalte is… tenminste met de stoel tot tegen de achterbank geschoven. In de breedte zal echter ook die bestuurder ondanks de intelligente benutting van de ruimte schouder tegen schouder zitten met de voorste passagier.
Rijgedrag
Op dynamisch vlak zijn de kwaliteiten dezelfde als die van de driedeurs-500 en de Cabrio (lees de wegtest hier). Letterlijk tegen het asfalt geplakt door het gewicht van zijn batterij (de totale massa bedraagt toch zo’n 1.400 kilo) vertoont de Italiaanse stadsauto een plezierig weggedrag, terwijl de schokdemping best aangenaam is. De elastische duw in de rug van de 118 pk en 220 Nm maakt het rijden zelfs heerlijk fun.
Klein minpuntje op het vlak van het comfort echter: terwijl de parasietgeluiden ons normaal leken in de Cabrio, merkten we die ook hier op, in een nochtans gesloten koetswerk. Zou de 3+1-architectuur wind en trillingen minder goed filteren? Storend is het in de praktijk echter niet, behalve op de snelweg, met 120 km/u en meer.
Ons maximaal rijbereik bedroeg in de praktijk iets meer dan 230 kilometer over een gemengd parcours, met een gemiddeld verbruik van 16,5 kWh. Om de batterij op te laden van 70 naar 100 procent moet je rekenen op een drietal uurtjes. Dankzij de CCS Combo 2-stekker en de geïntegreerde gelijkstroomlader van 85 kW kun je aan een snellaadstation (van Ionity bijvoorbeeld) in 20 à 30 minuutjes opladen tot 50 procent. Het verbruik hangt trouwens deels af van de ingeschakelde rijmodus: Normal (zonder motorrem), Range (one pedal driving mogelijk) en Sherpa (snelheid begrensd op 80 km/u, airco en (stoel)verwarming uitgeschakeld.
De meerprijs voor het extra deurtje rechts bedraagt in vergelijking met de gewone 500 in hetzelfde uitrustingsniveau 2.000 euro. Peanuts voor het beoogde cliënteel, want met een basisprijs van 29.900 euro (voor de Passion) richt de kleine Italiaan – die zijn populaire kantje verloren is – zich tot de hogere inkomens. Dat geldt dan zeker voor onze leuke LaPrima, die bomvol opties zit, waaronder een bekleding in veganleder, maar 36.900 euro kost. Veel geld natuurlijk voor een auto van dit formaat, maar absoluut gezien is de verhouding prijs-rijbereik-show niet oninteressant. Belangrijke opmerking: de 500 3+1 is enkel te krijgen met de grote batterij van 42 kWh en is niet compatibel met het cabriodak. Voor die prijzen is de Italiaan relatief goed uitgerust en beschikt hij in ieder geval over alle moderne technologie op het vlak van rijhulpsystemen en infotainment. Het UConnect 5 (dat draait op Android Automotive) reageert goed en biedt een goede weergavekwaliteit, waardoor het aangenaam is in gebruik.
Verdict
De 3+1 transformeert de Fiat 500 niet ten gronde, maar maakt hem oprecht praktischer dan de driedeurs en de cabrio, zeker voor ouders van (jonge) kinderen en/of mensen met een huisdier. Het extra deurtje voegt bovendien nog een extra trendy toets toe aan een model dat sowieso al geen gebrek aan originaliteit verweten kan worden. Absoluut gezien is de Fiat 500 nog altijd een van de aangenaamste (en meest begeerlijke) elektrische stadsauto’s van het moment. Jammer van dat stevige prijskaartje...
- Echt surplus aan functionaliteit
-
Gevrijwaard weggedrag en energieverbruik
-
Interessant rijbereik (grote batterij)
- Meerprijs t.o.v. klassieke versie
-
Achterste plaatsen nog steeds krap
-
Windgeluiden
25
