De AutoWereld-redactie blikt terug op 2020 aan de hand van persoonlijke hoogte- en dieptepunten van een jaar testrijden. Na Yeelen Möller, Klaas Janssens, Hans Dierckx, Steven Appelmans en Alain Devos sluit eindredacteur Piet Andries de hekkens.
Auto van het Jaar: Land Rover Defender
Heter dan dit worden hangijzers niet. De hobbelige aanvliegroute die Land Rover naar zijn nieuwe Defender nam, met tonnen kritiek op de studiemodellen, beloofde niet veel goeds. Zo authentiek als het origineel is hij niet geworden - dat had enkel twintig jaar geleden nog gekund -, maar zijn moddergoesting, de met de dag beter wordende looks en de behaaglijke rijbeleving (eindelijk bruikbaar voor alle dag) overtreffen de verwachtingen. Of hoe een gedoodverfde teleurstelling toch nog op zijn pootjes is terechtgekomen.
De puristen die zich vastrijden in deze moderne interpretatie kunnen uitwijken naar Ineos, dat met zijn Grenadier de traditie verderzet. Deze Defender doet denken aan de remake van de Mini. Het is een modern eerbetoon, geen moderne verderzetting.
Ook goed voor een podiumplek: VW ID.3 (een moeilijke bevalling en niet zonder schoonheidsfoutjes, maar onder de meet helemaal wat hij moest worden), Gordon Murray T.05 (de enige geloofwaardige nieuwkomer in een vloedgolf van supercars), Polestar 2 (Zweedse hulp of niet, dit is China’s gevaarlijkste aanval op Europa tot dusver), Honda E (sympathiek en spitsvondig: Honda blaakt weer)
Beauty van het Jaar: Honda E
Zie het als een voorafname op de autonoom rijdende auto, maar het designaccent verschuift naar binnen. De pogingen om een antwoord te verzinnen op de woonkamer van Tesla zijn verwoed en het lukt niet altijd even goed, wat pijnlijk de compromisvoering van de bureaucratie bij grote merken blootlegt. Te veel koks et cetera. Nu is Honda niet bepaald een vernieuwer in design en moeten ook hun beslissingen door het raamwerk van een stugge Japanse traditie worden geperst, maar het interieur van hun Honda E blaakt van de feelgood. Een zeldzaamheid.
Koraalvissen die over je dashboard zwemmen, Nintendo-spelletjes die je vertieren tijdens het laden, handige cameraspiegels op de uithoeken, plots leek ik weer een kind in het lunapark. Zet de E in je tuin en je kan er je elektrische bbq op aansluiten. Niet mooi als in oogstrelend, wel mooi als in ‘knap gedaan’. Voor zij die elektrisch grillen, dan toch.
En als het dan de buitenkant moet zijn? Niet vernieuwend, maar de vormtaal blijft wel bekoren: de Mazda CX-30. Nostalgisch, gedurfd en heerlijk naast de kwestie: McLaren Speedtail. De passage van Luc Donckerwolcke die begint door te schemeren: Hyundai Tucson. Uitgepuurder dan Maranello: de Maserati MC20. En blits van Der Blitz: Opel Mokka.
Lolbroek van het Jaar: Porsche Taycan Turbo
Deze titel behoort geen andere dan de Yaris GR toe, de Toyota die er puur rationeel bekeken nooit had kunnen komen, maar die huppiger en plezanter naar de koord van een bocht hapt dan de Supra. Naar verluidt, want het genoegen er eentje te rijden moet nog komen.
De sensationeelste ervaring kwam afgelopen jaar van de Taycan Turbo. Niet dat het de eerste sportwagen was die op onze meetapparatuur een spurt van 0 naar 100 km/u onder 3 seconden afklokte, maar die manier waarop. Hoe de auto zich schrap zet tijdens de lanceercontrole, hoe het stuift, hoe je maag omdraait, hoe je innerlijk schreeuwt, hoe al je armhaar rechtspringt, het is een fysieke beproeving. Of ziekelijkmakend lollig is, staat open voor debat, maar dit moet je gewoon eens geprobeerd hebben.
Ook om te lachen: de aandelenkoers van Tesla (voor zij die er gekocht hebben), de potsierlijke recordpoging van SSC (leedvermaak kan ook plezant zijn), de Mercedes-AMG GT Black Series.
Teleurstelling van het Jaar: Amerikaanse PHEV-SUV's
Over valse hybrides gesproken, CO2 doet rare dingen met de auto-industrie. Heb je je afgelopen jaar ook de wenkbrauwen gefronst bij het nieuws dat zowel Ford als Toyota hun grote Amerikaanse SUV’s met stekker naar onze contreien verschepen? Plots waren daar de Explorer en de Highlander. Bekend volk, al lang zelfs, maar tot nu werden ze nooit op de radar van de Europese afdelingen gespot.
Tot een slimme rekenaar becijferde dat hun wijde split tussen NEDC- en WLTP-verbruik handiger dan Harry in de kaart speelt van de CO2-lat die Europa voor 2030 oplegt. Want die wordt berekend op basis van het gammagemiddelde voor 2021. Het heeft deze bizarre importbeslissingen voortgebracht. Alsof Toyota en Ford ooit serieus zouden kunnen concurreren met de Duitsers en Range Rover in deze klasse. Daagt het?
Evenmin opstekers: het design van de BMW iX, PHEV’s in het algemeen, het nieuws dat de klassieke Passat verdwijnt.
Belofte van het Jaar: Le Mans
Oké, dit is nog niet meteen voor volgend jaar, maar de goede voornemens dateren wel van 2020. De 24 uren van Le Mans zijn terug. Eventjes zag het ernaar uit dat de koninginnenrace van het wereldkampioenschap uithoudingsracen tenonder zou gaan aan de tijdsgeest. Met enkel Toyota als fabrieksdeelnemer werd het in de hoogste klasse zelfs een absurde vertoning. Koersen tegen jezelf? Komaan. Maar het strijdgewoel keert terug. Niet alleen is zegemachine Porsche druk in de weer om met een LMdh-prototype Toyota te vergezellen, ook die andere notoriteit, Audi, verwedt weer zijn kansen op de etmaalrace in Sarthe. Peugeot had ook al het licht op groen gezet. Kijk, dan wordt het weer smullen.
Ook om naar uit te kijken: wat zal de Model Y geven, als eerste in Europa gebouwde Tesla? Zet de Mercedes EQS het baken uit voor de elektrische klasse zoals de S-Klasse dat al die tijd voor klassieke auto’s deed? Welk volgend merk pakt met een continuation-serie uit? Verrast Hyundai volgend jaar met zijn samen met Rimac ontwikkelde supersportwagen? Volgen er na Hyperion nog meer initiatieven op waterstof?
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!