Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Achter de schermen / De redactie ongefilterd - Welke toekomst hebben sportwagens nog?

Geschreven door Frédéric Kevers op 16-07-2021

Steeds meer sportieve auto's worden opgeofferd om de gemiddelde CO2-uitstoot van de constructeurs te verlagen, terwijl ook de leukste verbrandingsmotoren voor het offerblok staan. Hoe zien onze redacteurs de toekomst voor sportwagens nog?

Met 'De redactie ongefilterd' willen we de kans geven aan onze redacteurs om zich volledig vrij uit te drukken over enkele actuele onderwerpen. Geen beperkingen, geen politieke correctheid, enkel hun persoonlijke opinie vanuit hun geprivilegeerde positie als waarnemer van de autosector. Deze week denken we na over de toekomst van de sportwagen.

Er is zeker een toekomst voor sportieve auto’s, al moet de definitie wel weer even scherpgesteld worden. De meeste (vooral Duitse) autobouwers hebben een nieuwe generatie liefhebbers doen geloven dat rijplezier gelijk staat aan een overdosis pk’s, een luid knetterende uitlaat en een plankhard (en vaak vierwielaangedreven) onderstel dat eerder indruk maakt dan dat het rijplezier schenkt. Daar zit geen toekomst in.

Je hebt immers geen reuzevermogen nodig om je te amuseren aan het stuur, een prettige auto moet vooral niet te zwaar zijn, een goede balans hebben, een chassis dat veel gevoel geeft, en een hoeveelheid grip en pk’s die daarop zijn afgestemd. De voorbeelden zijn gekend, zoals de Lotus Elise, Mazda MX-5 of Toyota GT86. Ook met een hybride of zelfs elektrische aandrijving moet het kunnen, en het is aan de autobouwers om dat te bewjzen. Waarom maakt bijvoorbeeld Porsche niet al lang een lichtere 911 met een kleinere atmosferische zescilinderboxer van zo’n 300 pk, handgeschakeld, en bijgestaan door een zelfopladende elektromotor (à la Toyota) die subtiel een handje hulp geeft; zoiets moeten ze in Zuffenhausen toch kunnen?

Ook met EV’s kan je lol trappen, het is gewoon een kwestie van de juiste technische keuzes te maken. Onlangs reed ik met de Manta GSe Elektromod, een eenmalig project van Opel. Amper 147 elektrische paarden sterk, met nog de originele manuele vierbak erin en verrassend lollig om mee op pad te gaan. Niet snel als de bliksem, gewoon plezant. Als een sportieve auto niet hetzelfde moet zijn als een straatraket, dan zijn er zeker nog technologische opties om ook in het emissieloze tijdperk prettig te kunnen rijden.

Over de toekomst van sportwagens lijken we ons nog niet te veel zorgen te moeten maken. Verdwijnen zullen ze zeker niet meteen doen, tenzij overheden ze plots overal in de ban zouden slaan. Maar het aanbod was zelden zo groot als vandaag. Zowel bij de traditionele fabrikanten als Ferrari en co als bij tal van nieuwe spelers. De klassieke V8-, V10- en V12-monsters zijn ongetwijfeld wél aan hun laatste rondjes bezig, maar hybride en vooral 100% elektrische supercars zijn het al aan het overnemen.

Of die nog vergelijkbare prestaties zullen leveren? Nee, ze zijn net nog een pak krachtiger en sneller. Zie de Lotus Evija, zie de Rimac Nevera, zie de Pininfarina Battista. Het lijkt wel alsof de mogelijkheden van die elektrische hypercars zowat onbeperkt zijn, met acceleraties en sensaties die haast vergelijkbaar zijn met die van Formule 1-bolides.

Hoe en waar hun gelukkige eigenaars er nog echt plezier aan kunnen beleven, is een ander verhaal. Maar dat geldt natuurlijk evengoed voor een wel nog traditioneel – nu ja – aangedreven Bugatti Chiron. En ondertussen blijft betaalbaarder gerief als de Ford Mustang allicht ook nog wel even in de catalogus staan. Over pakweg vijf jaar zal de autowereld er al aanzienlijk anders uitzien dan vandaag, over tien jaar is het helemaal een ander verhaal. Maar zolang er liefhebbers en dus klanten voor zijn, zullen er ook wel sportwagens blijven bestaan. Zelfs al is het om er tegen 50 km/u naar de parking van het inmiddels helemaal autovrije Saint-Tropez mee te rijden.

Sportwagens hebben een mooie toekomst voor zich, het valt enkel nog te bezien hoe die eruit zal zien. In een wereld waar de bestuursorganen en klimaatnormen steeds autofober worden, neigt de autowereld naar een zekere sterilisatie, standaardisering en automatisering. Iets dat de waarde van deze funmachines alleen maar zal doen toenemen om de lethargie van het dagelijkse leven te doorbreken. Een sensuele lijn, explosieve prestaties en de mogelijkheid om de controle te nemen over de machine om de limieten op te zoeken of gewoon voor een beetje plezier, zullen voldoende redenen zijn om een sportwagen te kopen.

Het maakt niet uit of ze hybride, elektrisch, op koolstofneutrale brandstof rijden of wat dan ook. De tijd verstrijkt en de mentaliteit evolueert - al blijven sommigen koppig vastklampen aan het verleden. Net zoals er een nieuw publiek is gekomen voor de kanonnen met een robotbak, turbomotoren die allergisch zijn voor hoge toerentallen of de nichte van toekomstige bestuurders die belang hechten aan een goede dynamiek, zullen er nieuwe liefhebbers zijn voor de sportwagens van morgen.

Zelfs de elektrische sportwagens, trouwens! Zodra het snellaadnetwerk is uitgebreid en betaalbaarder is, is een rijbereik van 400 km (zoals een Porsche of Ferrari van nu) geen probleem meer. Het motorgeluid? De eigenaars van BMW M-modellen, Mercedes-AMG's of andere moderne sportieve wagens lijken niet al te veel te klagen over het geluid dat over de speakers komt... 

Ik ben er zeker van dat er nog sportwagens zullen uitkomen, maar ik vrees ook dat we het even met wat minder zullen moeten doen. De budgetten zijn beperkt in deze overgangsfase naar elektrische mobiliteit, waardoor de (algemene) constructeurs en alle andere R&D-bedrijven zich eerst en vooral moeten inzetten op de 'brave' massamodellen, alvorens weer wat budget en tijd te kunnen vrijmaken voor de nichemarkten. Merken als Ferrari en Lamborghini zullen echter nog het langst van al verder kunnen borduren aan hun V8, V10 of V12, omdat ze zo kleine productieaantallen hebben. Maar dat zijn wagens voor de happy few, het minder vermogende liefhebberspubliek heeft daar geen boodschap aan.

Ook hoop ik nog op een koolstofneutrale toekomst voor de verbrandingsmotor. Daarvoor zie ik momenteel twee opties: waterstof verbranden of synthetische brandstoffen, waar Porsche al mee bezig is en waar de Formule 1 vermoedelijk ook gebruik van zal maken. Beide oplossingen zijn lang niet zo energie-efficiënt als een batterij-elektrische wagen, maar ze maken het in ieder geval mogelijk om een toekomst te schenken aan het motorgeluid dat we zo graag hebben, en aan de ouderwetse mechaniek waar je zelf nog aan kan sleutelen. Eén probleem: deze motoren of brandstoffen zullen enkel een nichepubliek aanspreken... waardoor ze weer duurder zullen worden. En dan is het goede leven opnieuw voor de happy few. Verdorie toch.

Web Editor

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!

Ik schrijf me in

Nieuws

Aanbevolen nieuwsberichten