28 dollar: dat is de prijs voor een Amerikaans vat olie. In minder dan twee jaar heeft het ‘zwarte goud’ 75 procent van zijn waarde verloren. Terwijl in 2014 bepaalde analisten dachten dat een vat nooit meer onder 100 dollar zou duiken, staat de prijs nu op hetzelfde niveau als in het begin van de jaren 2000, meer bepaald september 2003. Die ‘erosie’ van de koers houdt verband met meerdere factoren: een aanbod dat de vraag ruim overstijgt, een tragere wereldwijde economie en een sterke dollar.
Het ongeluk van de ene …
Woensdagmorgen stonden de Europese en Aziatische beurzen in het rood. Frankfurt, Hong Kong, Londen, Parijs, Tokio: alle indexen verloren ongeveer 3 procent. Sjanghai en Sydney werden minder getroffen, maar die staan evenmin in het groen. Maar dat zal automobilisten die gaan tanken worst wezen. Diesel kost nu minder dan een euro en Eurosuper iets meer dan 1,10 euro. Dat is positief voor het gezinsbudget en zorgt tegelijk voor kopzorgen bij investeerders op de beurs.
Op lange termijn
De beursdalingen hebben miljarden dollars gekost en de oliebedrijven vrezen dat deze daling voortduurt. Nochtans wijst niets op een sterke stijging. Iran is niet langer beperkt door de internationale economische sancties en kan dus weer elke dag honderdduizenden vaten per dag exporteren. Teheran botste recent nog met Saoedi-Arabië, er is dus weinig kans dat deze twee grote olieproducenten het op een akkoord gooien om de kraan dicht te draaien.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!