Alle autofabrikanten hebben door het te kort aan halfgeleiders intussen 18 miljoen auto’s minder gebouwd dan normaal, wat hen alles samen al 100 miljard euro aan inkomsten heeft gekost, zo berekende kredietverzekeraar Allianz Trade. Wat de kostprijs van die vertraagde leveringen is voor wagenparkbeheerders, dat is niet bekend, maar ongetwijfeld is die eveneens aanzienlijk.
Hoe lossen wagenparkbeheerders die problemen op? Via de BFFMM, de Belgische Federatie van Fleet en Mobility Managers, konden we met meerdere vlootbeheerders spreken die ons lieten weten de tering naar de nering te zetten en met creatieve oplossingen het beste te maken van een ongemakkelijke situatie.
Vroeger bestellen?
Nu het probleem van de lange leveringstermijnen alom bekend is, laten wagenparkbeheerders zich over het algemeen niet meer verrassen. Ze beginnen vroeger met het vervangingsproces van hun auto’s. Terwijl tot voor kort meestal zo’n zes maanden voor de einddatum van een leasingcontract werd begonnen met het selecteren van de nieuwe auto, het vragen van de offertes en de bestelling ervan, gebeurt dat nu vaak al een jaar (of zelfs langer) op voorhand.
En zelfs dat blijkt soms niet proactief genoeg omdat heel wat plug-inhybrides en EV’s nóg langer op zich laten wachten.
Oppassen voor prijsstijgingen
Een probleem dat zich stelt bij een zo vroeg geplaatste bestelling is het feit dat automerken in die lange periode tussen bestelling en levering mogelijk prijsstijgingen doorvoeren. Terwijl particulieren in dat geval het recht hebben om hun bestelling kosteloos te annuleren, is dat niet zo voor professionele klanten. Het risico bestaat dan ook dat de aankoopprijs bij de bestelling niet die is bij de levering, en dat de totale beheerskosten van de auto in kwestie in de praktijk hoger zullen liggen dan ingecalculeerd.
Bij de aanwerving van nieuwe medewerkers is het natuurlijk niet mogelijk om het bestelproces te vervroegen. Wanneer er een collega is die het bedrijf net verlaten heeft of wanneer de firma over poolwagens beschikt, kan de nieuwe werknemer natuurlijk die auto overnemen. Wanneer dat niet kan, zijn wagenparkbeheerders vaak aangewezen op het huren van een auto op korte termijn. Die oplossing kost per definitie een pak meer dan een lange termijnauto, waardoor de kosten van de mobiliteitsoplossing van de betrokken werknemer in dat geval kunnen oplopen.
Verlenging leasingcontracten
Een andere mogelijkheid waarvan gretig gebruik gemaakt wordt, is het verlengen van de bestaande leasingcontracten. Leasingmaatschappijen zijn – zeker als de nieuwe wagen bij hen besteld is – best welwillend op dat vlak. Uiteindelijk is het ook in het belang van de verhuurder, die een aantal extra maanden aan afschrijving kan afboeken en daardoor zijn eventuele restwaarderisico vermindert. Een risico dat vandaag over het algemeen ook al lager is dan voor de chip crisis, aangezien een tweedehandswagen van drie of vier jaar oud met een bekende historiek en correct uit gevoerd onderhoud vandaag meer waard is dan vóór de leveringsproblemen.
Over het algemeen is het ook bij auto’s in eigen beheer mogelijk om de gebruiksperiode te verlengen en op die manier de leveringstermijn te overbruggen, al kan dat in bepaalde gevallen wel betekenen dat een extra onderhoudsbeurt, autokeuring of bandenwissel nodig zijn, wat de kostprijs verhoogt.
En Tweedehands?
Als een contractverlenging onmogelijk is en de auto snel geleverd moet worden, zou een ondernemer kunnen opteren voor de aankoop van een jong tweede handsexemplaar. Die auto’s zijn dan wel onmiddellijk leverbaar, maar vandaag eerder schaars en vooral duur. Terwijl vlootbeheerders bij de aankoop van nieuwe auto’s van zogenoemde fleetkortingen kunnen genieten, is dat niet het geval bij de aankoop van een (jonge) tweedehandswagen en door de grote vraag naar die modellen zijn de prijzen ervan vandaag vaak even hoog als die van een gloednieuw exemplaar. Daardoor wordt de aankoop van een tweedehandsauto door de wagenparkverantwoordelijken niet echt als interessant alternatief gezien.
Bovendien zijn de meeste leasemaatschappijen allesbehalve bereidwillig om een tweedehandsauto te kopen van een merkdealer of handelaar en hem vervolgens te verhuren aan de vlootklant. Wel kan het zijn dat de verhuurder de mogelijkheid biedt om een voortijdig ingeleverde leasewagen (als gevolg van een contractverbreking) opnieuw in te zetten bij een nieuwe klant. De risico’s zijn in dat geval namelijk beperkt: ze kennen de geschiedenis van de auto, omdat zij hem destijds nieuw hebben aangekocht.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!