De automarkt heeft zelden door zulke woelige wateren gevaren. De gevolgen voor de zakelijk gebruikte voertuigen bleven niet uit. Na jaren van een complete dieselhegemonie, waarbij er slechts wat kruimels overbleven voor de andere brandstofsoorten, is de zelfontbrander vrij snel van zijn voetstuk gevallen. Deze revolutie is vooral te danken aan een belastingstelsel dat helemaal is afgestemd op elektromotoren.
Een blik op de inschrijvingsstatistieken in België volstaat om de omvang van de verandering te zien: van de 120.864 nieuwe wagens die in de eerste helft van 2022 door professionele klanten (bedrijven en zelfstandigen) werden ingeschreven, werd nog slechts 22,7 procent aangedreven door een dieselmotor. Dat is ei zo na hetzelfde marktaandeel als dat van de oplaadbare hybrides (22,6 procent), die net als de zuiver elektrische auto’s (12,2 procent) een heuse stormwind in de zeilen hebben.
Aftrekpercentage
Waren de meeste ondernemingen de voorbije jaren nog terughoudend, dan zijn ze intussen helemaal mee met het (deels) elektrische verhaal. De wijziging in de aftrekbaarheid van bedrijfswagens heeft de raderen geleidelijk in beweging gebracht. Sinds aanslagjaar 2021 past de fiscus op alle personenauto’s een formule toe die de aftrekbaarheid per gram uitgestoten CO2 berekent.
Terwijl de aftrekbaarheid voor voertuigen met verbrandingsmotor aanzienlijk is afgenomen, zijn elektrische auto’s nog steeds 100 procent aftrekbaar, evenals de meeste plug-inhybrides. Dit verklaart waarom de total cost of ownership (TCO) van een plug-inhybride in vele gevallen lager ligt dan voor hetzelfde model met verbrandingsmotor, ondanks een aanzienlijk hogere catalogusprijs.
Het verklaart ook waarom veel bedrijven de maximale catalogusprijs voor (deels) elektrische modellen binnen dezelfde functiecategorie hebben opgetrokken. Als er bijvoorbeeld een maximumprijs geldt van 40.000 euro voor een model met verbrandingsmotor, dan mag de werknemer soms kiezen voor een elektrisch model dat pakweg 55.000 euro kost.
Voordeel van alle aard
Bovendien zullen bestuurders die vandaag een bedrijfswagen met verbrandingsmotor hebben, binnenkort hun voordeel in natura zien stijgen. “Naast de aantrekkelijke aftrekbaarheid voor bedrijven speelt het voordeel van alle aard een onmiskenbare rol in de keuze als bijkomende fiscale factor”, benadrukt Yves Ceurstemont van Arval Consulting.
Maar, voegt hij eraan toe, “bij de berekening van het voordeel van alle aard wordt rekening gehouden met de gemiddelde CO2-uitstoot van de rijdende vloot, die door de overheid wordt vastgesteld. Deze referentiewaarde neemt af naarmate het aantal elektrische auto’s toeneemt.” Met je niet-elektrische auto blijven rijden wordt dus jaar na jaar duurder.
Voorkeur voor elektrificatie
Bovendien zal de Belgische fiscus onder druk van de klimaatdoelstellingen van de EU bedrijfswagens die nog op fossiele brandstoffen rijden, waaronder plug-inhybrides, geleidelijk minder aantrekkelijk maken. De kloof tussen modellen die nog steeds door verbrandingsmotoren worden aangedreven en 100 procent elektrische voertuigen zal in de toekomst dus nog groter worden.
Voor een auto met verbrandingsmotor die na 1 juli 2023 wordt besteld, zal de maximale aftrekbaarheid geleidelijk dalen tot maximaal 75 procent in 2025, 50 procent in 2026, 25 procent in 2027 en 0 procent in 2028. Uitstootvrije voertuigen blijven van de maximale aftrekbaarheid genieten tot en met 2026 en zelfs tot 2031 voor modellen die voor 1 januari 2027 zijn besteld.
2023, het jaar van de EV?
Volgens Joëlle Boutefeu, Senior HR Consultant bij Securex, “kan 2023 het jaar worden van de grote doorbraak voor elektrische bedrijfswagens. Hybride bedrijfswagens hebben nog een voorsprong, maar de fiscale stimulans van laadpalen en het geleidelijk verdwijnen van de belastingaftrek voor bedrijfswagens met conventionele verbrandingsmotor zullen de balans doen kantelen.”
De belangstelling voor plug-inhybrides zal waarschijnlijk geleidelijk afnemen, des te meer nu de Europese Commissie haar verordening over de goedkeuringsprocedure ervan heeft gewijzigd. Volgens een rapport van het Arval Mobility Observatory “wordt verwacht dat de CO2-uitstoot van PHEV’s in WLTP-tests in 2025 sterk zal stijgen”.
“Bovendien zullen wagenparkbeheerders het werkelijke brandstofverbruik moeten controleren met behulp van telematicasystemen”, aldus het rapport.
Restwaarde omhoog
Het succes van het elektrische voertuig in wagenparken lijkt in de toekomst verzekerd, zeker nu de restwaarde van EV’s, die enkele jaren geleden nog op losse schroeven stond, profiteert van de groeiende aantrekkingskracht van geëlektrificeerde auto’s op Europees niveau. Wat zich op de tweedehandsmarkt aftekent, heeft een grote invloed op de door de leasemaatschappijen gehanteerde vastgestelde restwaardes, die op hun beurt de leaseprijs beïnvloeden.
Ook op de tweedehandsmarkt is er nu duidelijk vraag naar elektrische modellen. En dat zal zeker nog meer het geval zijn als Europa blijft investeren in de publieke laadinfrastructuur die nodig is om al die elektrische auto’s te voeden.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!