Industrie en economie / Renault ElectriCity: Franse productie-unit voor elektrische modellen

Onder impuls van zijn nieuwe baas, Luca de Meo, heeft Renault een grootscheepse herlanceringsstrategie gelanceerd onder de naam Renaulution. Een centraal element van dit plan, de elektrificatie van het gamma van de Franse constructeur, zal een nieuwe aanpak vergen die de afhankelijkheid van externe of niet-exclusieve leveranciers beperkt en de productieflexibiliteit verhoogt. Daarom richt Renault een speciaal centrum op in Frankrijk voor de productie van EV's: ElectriCity.

3 in 1

Dit plan om de productiecapaciteit specifiek voor elektrische voertuigen nieuw leven in te blazen en te ontwikkelen, moet 3 productiesites samenbrengen in één entiteit. De drie betrokken fabrieken zijn Douai, Maubeuge en Ruitz. Als afzonderlijke juridische entiteit zou dit centrum de vakbondsbesprekingen over de lonen en arbeidsvoorwaarden in de drie productievestigingen vergemakkelijken.

We weten al dat Douai zal instaan voor de productie van de nieuwe generatie Mégane, die volledig elektrisch wordt, terwijl Maubeuge reeds de elektrische variant van de Kangoo produceert.

Renault 5

De oprichting van deze pool en de heronderhandelingen met de vakbonden en leveranciers moeten het vooral mogelijk maken de productie van de toekomstige elektrische Renault 5 in Frankrijk te verzekeren, zoals aangekondigd en gewenst door Luca de Meo, om het scenario van de Dacia Spring te vermijden, die in China wordt gebouwd en in Europa wordt verkocht.

Een problematische situatie, omdat hij veel te kwetsbaar is voor beperkingen op commerciële reizen tijdens een pandemie, maar ook omdat hij afhankelijk is van niet-exclusieve Aziatische leveranciers die momenteel gebruik maken van hun virtuele monopolie op de markt voor batterijen en elektronische chips om het onderste uit de kan te halen, ten koste van de onafhankelijkheid en flexibiliteit van de constructeurs.

Presidentiële druk

Renault, dat in zwaar weer verkeert na in 2020 8 miljard euro aan verlies te hebben geboekt, heeft een staatsgegarandeerde lening van 5 miljard euro gekregen om de pandemie te doorstaan. In ruil daarvoor oefent president Macron druk uit op de Franse autoconstructeur om ervoor te zorgen dat de banen in Frankrijk behouden blijven en dat de fabrieken open blijven.

de Meo moet dus Franse ontslagen vermijden en deze dure werkkrachten inzetten voor projecten die een echte toegevoegde waarde bieden qua concurrentievermogen. Daarvoor is er een wereldwijde controle op de productie van zijn elektrische modellen nodig - intern en qua externe leveranciers, die uit Europa of zelfs het liefst uit Frankrijk moeten komen.

Bovendien zou deze specifieke pool, die een productiecapaciteit van 400.000 elektrische voertuigen per jaar nastreeft, ook de nodige flexibiliteit moeten bieden om zich aan te passen aan een markt die snel en grondig evolueert. En die overgeleverd blijft aan de genade van de politieke beslissingen waarop de constructeurs geen vat hebben.