Veiligheid / Daling Europese verkeersdoden

In 2016 vielen 25.500 doden te betreuren op Europa’s wegen. Dat is nog altijd teveel, maar het waren er wel 2 procent minder dan in 2015, zodat 600 levens gespaard bleven. De Europese Commissie is daar blij mee, al geeft ze meteen toe dat het doel om onder de 15.000 doden per jaar tegen 2020 te geraken daarmee ongetwijfeld onbereikbaar is.

Bijna de helft van de verkeersdoden (46 procent) zijn automobilisten, die veel sterker vertegenwoordigd zijn in de statistieken dan voetgangers (21 procent), motorrijders (14 procent) en fietsers (8 procent). Bovendien blijkt dat snelwegen duidelijk minder gevaarlijk zijn (8 procent van de dodelijke ongevallen) dan stedelijke gebieden (33 procent) of secundaire wegen (55 procent).

Enorme vooruitgang

Goed nieuws is ook de vooruitgang van de afgelopen 20 jaar: in 1995 telden we nog zo’n 64.000 doden op Europese wegen of 2,5 keer meer dan vandaag. Europa is het werelddeel met de veiligste wegen, met 50 verkeersdoden per miljoen inwoners, terwijl het wereldwijde gemiddelde op 174 doden per miljoen ligt.

Opgepast in het oosten

Gemiddeld blijkt Europa dus een voortrekker qua verkeersveiligheid, maar niet alle leerlingen van de klas hebben dezelfde resultaten… De beste ongevallenstatistieken worden opgetekend in Zweden (17 doden per miljoen inwoners), het Verenigd Koninkrijk (28), Nederland (33), Spanje (37), Denemarken (37) en Duitsland (39). Achteraan bungelen Bulgarije (99), Roemenië (97), Letland (80) en Polen (79). En waar zit ons land? Ondanks een lichte daling van het aantal verkeersdoden op onze wegen, zit ons land net boven het Europese gemiddelde, met ongeveer 58 doden per miljoen inwoners. Dat kan dus nog beter…