Veiligheid / Nieuwe berekeningsmethodes bij EuroNCAP

Een nieuw puntensysteem van EuroNCAP zal de gebruikelijke scores door elkaar gaan gooien. Zo kan een auto op geen enkele manier nog vijf sterren halen na februari 2009 als hij niet is uitgerust met een elektronische stabiliteitscontrole. Dat is te danken aan de toevoeging van een extra categorie van tests in de criteria: Safety Assist (voor elektronische rijhulpmiddelen). Die komt dan bovenop de categorieën bescherming van volwassen passagiers, bescherming van kinderen aan boord en voetgangervriendelijkheid. Verder wordt nog een test toegevoegd die nagaat in welke mate de stoelen beschermen tegen whiplash en hoe ze weerstand bieden tegen een aanrijding langs achteren.

De EuroNCAP volgt erg strikte voorschriften bij het uitvoeren van zijn tests. Die bestaan onder andere uit een frontale aanrijding aan 64 km/h, een zijdelingse klap aan 50 km/h, een botsing met een paal aan 29 km/h en een aanrijding van een voetganger aan 40 km/h. Heel wat auto's zijn er al in geslaagd om de maximale vijf sterren te scoren, maar nog geen enkel model heeft al op elk onderdeel het hoogste aantal sterren te halen.

Vanaf heden houdt de EuroNCAP bovendien rekening met de standaard montage van ESP in de 27 landen van de Europese Unie. Eerst is er een aanloopperiode waarbij de punten op dit onderdeel worden toegekend als het systeem standaard is in 85 procent van de landen, later moet het overal af-fabriek worden aangeboden. Vanaf 2012 is ESP trouwens verplicht op alle auto's. Ook andere veiligheidsbevorderende accessoires zoals een snelheidsbegrenzer leveren punten op. Het doel van deze maatregel is om constructeurs ertoe aan te zetten om elektronische rijhulpmiddelen te monteren op alle versies van hun modellen en dus niet enkel op de duurdere auto's.