In 1931 liet Ettore Bugatti een elektrische auto bouwen, de Type 56, met de stijl van voertuigen uit het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw. Hij leek het meest van al op een Oldsmobile uit 1901. De tweezitscoupé met 0,8 kW gebruikte hij voor verplaatsingen van de fabriek naar zijn huis en voor korte ritten in de buurt. De elektriciteit werd opgeslagen in zes accumulatoren van 6 V. De auto haalde een top van 28 km/h, had een elektromotor in elk wiel en liet zich besturen met een lange stang. Het had bij één exemplaar moeten blijven, maar het zijn er uiteindelijk tien geworden omdat enkele trouwe klanten er ook een wilden. Vier daarvan bestaan nog en eentje is nog in het bezit van onze koninklijke familie geweest. En het is net die (gele) auto, die eigendom is geweest van koningin Elisabeth, die Bugatti heeft gebruikt voor zijn presalon-show.
Bugatti-baas Paefgen koos voor deze Type 56 uit 1932 om een nieuwe speciale reeks van de Veyron Grand Sport voor te stellen: de Sang Bleue. Die auto was trouwens al eens eerder voorgesteld, tijdens het concours d'élégance van Pebble Beach (Californië), en werd nu kortstondig aan de Europese pers voorgesteld. Op het salon van Frankfurt zelf was Bugatti niet aanwezig. Ook het prototype Galibier was niet aanwezig op deze Duitse pre-presentatie, omdat het al een week eerder was voorgesteld aan een exclusief publiek van belangrijke klanten tijdens een weekend in Molsheim. Het grote publiek zal de auto kunnen ontdekken op het autosalon van Genève.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!