10. Opel Rekord
De Opel Rekord was de gezinsberline van de constructeur met het bliksemlogo tussen 1953 en 1986 en leefde acht generaties lang. Van '53 tot '57 heette hij voluit Olympia Rekord, maar dat prefix liet hij in 1957 vallen. De Rekord D is niet noodzakelijk een dieselvariant, maar wel de vierde generatie van het model. Sommige versies liepen in Antwerpen van de band en anderen heetten elders Ranger. Er is ook een breakversie geweest met de naam Caravan. Het was een slagschip om mee naar de zee te rijden, soms met vier of vijf op de achterbank, in meer zorgeloze tijden...
9. Fiat 600
Wie tussen 1957 en 1967 een Fiat 600 kocht, haalde daarmee soms een Belgisch product in huis, want de kleine Italiaan werd onder meer in Waterloo geassembleerd. De tweedeurs was een echt succesnummer (4.940.000 exemplaren). Hij was technisch afgeleid van de 500 maar verscheen twee jaar eerder op de markt en werd in een recordtijd van twee jaar ontwikkeld. Hij werd gekloond als Seat 600 (Spanje), Zastava 600 (Joegoslavië) of Neckar Jagst 770 (Duitsland).
8. Simca 1000
Aanvankelijk was de Simca 1000 een brave berline met volkse roeping voor stadsgebruik. Maar de rally gaf hem een ander, sportiever imago. Dat model werd getekend door de Italiaan Mario Revelli de Beaumont, die er de Grand Prix de l'Art et de l'Industrie voor kreeg tijdens het salon van Parijs in 1961. Achterin lag een viercilinder, aanvankelijk met 777 cc en 36 pk. Tegen het eind van zijn carrière was die gegroeid tot 1,3 liter en 60 pk. Voor de rallysport was er zelfs een 1.3 met 103 pk. Niet zo snel, oma...
7. Renault Dauphine
De Renault Dauphine was het eerste Franse model waar meer dan twee miljoen exemplaren van zijn gebouwd en hij was de bestverkochte auto van 1957 tot 1961. Deze vierdeursberline had achterin een viercilinder liggen met 30 pk. De Dauphine Gordini was niet echt een sportieve bolide, maar had gewoon recht op een paar extra paardjes, 37 tot 40 pk afhankelijk van het modeljaar. De echte sportieveling van het gamma was de 1093, die liefst 50 pk leverde en tot 140 km/h haalde. Lach niet, want je had heel wat talent nodig om het ding op de weg te houden...
6. Ford Taunus
Voor de Mondeo was er de Sierra, en daarvoor de Taunus. Die modelnaam bestaat al sinds 1939. Vanaf 1970 kleefde hij op een model dat in het Verenigd Koninkrijk als Cortina werd verkocht. De auto op onze foto is een TC2-generatie (1976-1979). Hoewel de Taunus erg populair was aan het eind van de jaren '70, is hij vandaag een zeldzame verschijning geworden. Hij was nochtans gemakkelijk te onderhouden en te herstellen. Hij was zelfs de auto waarmee Jaws (Richard Kiel) in 1976 James Bond (Roger Moore) achtervolgde in de film The Spy Who Loved Me.
5. BMW 02-Reeks
De BMW 1600-2, die later werd herdoopt tot 1602, was de voorvader van de huidige 3-Reeks. Deze tweedeurs uit 1964 gebruikte de motoren van een vierdeursberline en stond aan de wieg van BMW's legendarische, achterwielaangedreven rijplezier. De 1.6 leverde 85 pk. Later kwam een 1802 met 90 pk. Maar vanaf 1968 maakten onze (groot)ouders kennis met de 2002 en zijn tweeliter van 100 pk, die later zelfs evolueerde tot 120 en dan 130 pk. Het summum was echter de 2002 Turbo uit 1973 met 173 pk. Destijds was het op onze snelwegen nog toegelaten om zijn topsnelheid van 210 km/h uit te proberen.
4. Toyota Starlet
Voor de eerste Yaris in 1999 verscheen, was er de Starlet. Van 1978 tot 1984 was het kleine Toyotaatje een achterwielaandrijver met een 1.0-viercilinder van 47 pk of een 1.2 met 56 pk. Tijdens de carrière van de Starlet verscheen een optionele automaat, waarmee hij heel wat rustiger bestuurders wist te verleiden. Al had dit type overbrenging in Europa nog een slechte reputatie, terwijl ze in Japan al heel wat aanhangers had. Met de generatiewissel in 1984 stapte de Starlet eindelijk over op voorwielaandrijving.
3. Peugeot 205
De 205 zette in 1998 een punt achter zijn carrière na liefst 15 jaar goede en trouwe dienst. De bestseller redde Peugeot van het bankroet. Hij werd legendarisch door zijn marketing (met onder meer de speciale Roland Garros-reeksen), maar ook door zijn raceresultaten en zijn sportieve afgeleiden. De veelzijdige stadsauto was er natuurlijk niet enkel als GTI of als Turbo 16. De bravere versies, waaronder een diesel met 60 of 65 pk, wisten heel wat jonge gezinnen en beginnende bestuurders te verleiden. Vaak werd hij door oma of opa doorgegeven aan de kleinkinderen om er hun rijbewijs mee te halen. Soms zelfs als cabriolet.
2. Volkswagen Kever
Van de beroemde Kever werden liefst 21 miljoen exemplaren gebouwd en hele generaties bestuurders hebben hem gekend. Het geluid van zijn viercilinderboxer, zijn typische geuren en zijn grappige snoet kwam je destijds erg vaak tegen op Belgische wegen en op vakantie. Hij startte zijn carrière nog voor de Tweede Wereldoorlog en werd uiteindelijk tot 2008 gebouwd, in Brazilië. Bij ons liep zijn loopbaan echter al in 1978 op haar eind. Vanaf 1974 was er de veel modernere Golf die het stokje kwam overnemen en die sindsdien ook al bijzonder succesvol is gebleken.
1. Citroën 2 PK
Deze mocht echt niet ontbreken: de Citroën 2 PK heeft hele generaties overleefd zonder een rimpeltje op te doen. Je komt hem ook vandaag nog wel eens tegen op onze wegen, en lang niet altijd met een bejaarde aan het stuur. Hij was een project van voor de Tweede Wereldoorlog onder leiding van André Lefèbvre. De Fransen zijn er zelfs in geslaagd om het prototype TPV verder te ontwikkelen achter de rug van de Duitse bezetter. Toen hij in 1948 op de markt kwam, was er maar één versie in één kleur beschikbaar. De pers, die zich ongetwijfeld gepasseerd voelde door de stilte van de constructeur rond de auto, heeft de eerste 2 PK destijds slecht onthaald. Vergissen is menselijk...
Deze lijst is uiteraard hoogst subjectief en uw eigen herinneringen zouden ongetwijfeld tot een heel andere reeks zijn gekomen. Maar hopelijk zet het u aan tot wat nostalgisch dromen...
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!