Zich aanmelden

Met Facebook aanmelden

of

Uw informatie is niet correct.
Ik meld me aan Wachtwoord vergeten?
Er is geen Facebook-account verbonden aan de website, schrijf u in.

Wachtwoord vergeten?

×
Mijn wachtwoord opnieuw instellen
Je ontvangt een e-mail voor het instellen van een nieuw wachtwoord.
Geen account gekoppeld aan dit e-mailadres

Nog geen account?
SCHRIJF JE GRATIS IN.

Vrije tijd / Zomerreeks – De grote uitvindingen van de automobiel: de verbrandingsmotor

Geschreven door Olivier Duquesne op 06-07-2018

De verbrandingsmotor is (een beetje) een Belgische uitvinding. De eerste ideeën voor deze technologie komen van Etienne Lenoir in 1859. Maar de eerste aanzet naar de automobiel komt van Bertha Benz.

Het principe van de verbrandingsmotor hing al in de lucht van in de zeventiende eeuw, met Denis Papin en zijn externe verbrandingsmachine. In 1769 was de “brouwerskar” van de Fransman Nicolas Joseph Cugnot de allereerste automobiel. Hij maakte gebruik van stoom, die men al kon beheersen sinds de uitvinding van Papin bijna een eeuw eerder. Stoom bleef overheersen tot het begin van de twintigste eeuw. Ook elektriciteit scoorde hoog bij veel ingenieurs, waaronder de Belg Camille Jenatzy, met zijn Jamais Contente, de eerste auto ooit die de grens van de 100 km/u doorbrak. Maar de geschiedenis van de auto begon pas echt met de komst van de verbrandingsmotor, op gas of petroleum. Deze technische revolutie ontstond in het midden van de negentiende eeuw. En een belangrijke bijdrage aan deze interne verbranding als uitvinding kwam van een Belg.

“Belgische” uitvinding

Het duurde tot 1859 voor Jean-Joseph Etienne Lenoir de (tweetakt) motor met interne verbranding bedacht en bouwde. Hij gebruikte steenkoolgas dat met elektriciteit tot ontbranding werd gebracht. De Belg, geboren in Mussy-la-Ville in Luxemburg, vroeg zijn patent aan op 24 januari 1860. Daarna perfectioneerde hij zijn uitvinding en bedacht hij zelfs een automobiel voertuig, dat een afstand van 9 kilometer reed tussen Parijs en Joinville-le-Pont, aan een gemiddelde snelheid van 3 km/u. Hij werd geridderd in het Erelegioen en bedacht ook de ontstekingsbougie in 1876 en heel wat andere innovaties voor die tijd, zoals elektrische remmen voor wagons (1855) en het signalisatiesysteem voor spoorwegen (1857).

Otto, Daimler, Maybach en Benz

Maar de grote stroomversnelling kwam er dankzij Nikolaus Otto. Hij ontwikkelde in 1867 een atmosferische viertaktmotor met interne verbranding. In 1862 was dit type cyclus al bedacht door de Fransman Alphonse Beau De Rochas, maar dan met externe verbranding. Otto ging daarna in zee met Gottlieb Daimler en Wilhelm Maybach. Hun motor maakte furore op de Wereldtentoonstelling van Parijs in 1878. In 1885 bedacht Daimler een variant voor de automobiel, die hij “grootvaders horloge” doopte (zie schets hierboven). Maar het duurde nog tot een historische rit op 5 augustus 1888 voor de auto uit de schaduw kon treden. Bertha Benz bewees dat het prototype voor een gemotoriseerde driewieler, die ze van haar man Karl Benz leende zonder dat hij daarvan op de hoogte was, haar 104 kilometer ver kon brengen om met haar twee kinderen haar moeder te gaan bezoeken. Ze haalde daarbij een ongelooflijke snelheid van 15 km/u… Deze briljante “marketingstunt” bracht een schokgolf teweeg in de media en onder de bevolking, waardoor de ontploffingsmotor plots in de actualiteit kwam.

Web Editor - Specialist Advice

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!

Ik schrijf me in

Nieuws

Aanbevolen nieuwsberichten