- Score redactie /20
Ik heb de Range Rover altijd iets aparts gevonden. Verheven boven de X5’s van deze wereld, spelend in een eigen klasse. Overigens niet omwille van elektronische of mechanische redenen. Integendeel, daar hinkte de Brit meestal zelfs wat achterop vergeleken met wat vooral de Duitse concurrentie in elkaar gevezen kreeg.
Nee, het zat hem in zijn standing. Het schrijden eerder dan het rijden. Die Commanding Position achter het stuur, het rijkelijk gebruikte leder, de zachte dein in zijn luchtveren. Laat het me gemakshalve samenvatten als een X-factor, een soort aantrekking die andere luxe-SUV’s ontbeerden. Dat gevoel is dan ook het eerste waar ik steevast naar op zoek ga als er in Solihull weer eens een nieuwe Range van de band rolt. Of ik die dan in deze vijfde generatie dan teruggevonden heb?
Leuk Range Rover
Ondanks de elektronische update blijft de Range Rover kinderlijk gemakkelijk in gebruik. Omdat de Britten hebben vastgehouden aan fysieke knoppen voor airco en radiovolume. Maar even goed omdat Land Rover ook nu terughoudend is geweest met zijn binaire luxe. Pas op, alles wat je nodig hebt, is aanwezig. Maar ook niet meer dan dat. En dat is helemaal prima zo. Ik heb namelijk niet zo’n behoefte aan een stem geactiveerde assistent die mij nooit begrijpt, duizend-en-een kleurschakering voor het dashboard of een digitale welzijnscoach.
Wat ik wel apprecieer, is goed meubilair. En mijn grote God, heeft de Range Rover me daar nog eens goeie stoelen! Prinsheerlijk zitten die fauteuils. Gewrapt in degelijk leder – uiteraard – en in alle richtingen instelbaar. Tot je dus je ideale Commanding position (want dat veranderde evenmin) kan instellen.
Klaarblijkelijk hadden ze bij Land Rover nog wat leder over, want bij de hier getoonde D350 zat ook het dashboard, een deel van de middentunnel en de portieren verpakt in (semi-)koeienhuid. Eigenlijk kan je stellen dat alles wat binnen handbereik zit een exquise toplaag kreeg. Van leer, hout of geborsteld aluminium, zolang het de harde plastics maar kan camoufleren. We kunnen niet zeggen dat dat bij alle modellen in dit segment het geval is. Integendeel!
Tot slot nog wat pluimen voor de 3 liter-zes-in-lijn twinturbodiesel. Wat mij betreft de ideale compagnon voor de Range. Omdat hij ten allen tijde bijzonder beschaafd blijft. Als je hem op z’n staart trapt (de zware dieselgrol werkt dan zelfs aanstekelijk), maar even goed als je ermee langs de brandstofboer moet. Ik klokte een gemiddelde van 8,8 liter/100 km, wat bijzonder puik is gezien de omvang (meer dan 5 meter) en gewicht (2,7 ton) van de D350.
Toegegeven, met 350 pk en 700 Nm is dit niet de snelste jongen van de klas. Maar als je dat verlangt van een Range Rover, dan heb je het opzet van deze SUV niet volledig begrepen.
Jammer Range Rover
De Range waft een aardig stukje weg. Met een heerlijk zachte dein die je richting eindbestemming wiegt. Zolang de weg rechtdoor gaat, is dat een zegen. Tot er zich ineens ook een haakse aandient.
Alweer, van een Range verwacht ik niet dat hij de vlotste is van de klas. Maar iets meer feedback en rolonderdrukking had wel gemogen. Zeker gezien daar tegenwoordig de nodige tools voor voorhanden zijn. De Dynamic-setting zet de scheve situatie wel deels recht, al is dat een tussenstap die ik niet verwacht te moeten doen in een Range Rover. Dat gaat wat in tegen de instappen-en-rijden-filosofie die dit ding uitstraalt.
Bovendien, het kan voor het Terrain Response – waar de Auto-modus zich aanpast aan de ondergrond van dat moment. Dus waarom zou dat dan ook niet kunnen op asfalt?
De Range Rover zou ook iets meer door z’n knieën mogen zakken. Zelfs met mijn 1m80 moest ik even opwippen om mijn kont op dat somptueuze zitvlak te krijgen. Voor mijn grootmoe van 1m60 volstond dat niet. Die heb ik op moeten takelen. Zelfs nadat de Range maximaal door zijn luchtveren was gezakt.
En dan is er nog de kofferklep-met-zitbank. Ik weet het, iconisch en typerend. En ja, een Range Rover is eigenlijk geen Range Rover zonder. Maar die onderste klep zit zodanig in de weg – zeker gezien de verheven pose van de Range – dat je je persoonlijke standing wel te grabbel moet gooien wil je je bagage van helemaal achterin de voorts best praktische kofferruimte halen (je kan niet anders dan je op die onderste lip leggen om vervolgens op je buik de koffer in te schuiven). Stel je voor dat je dat in je driedelig pak moet staan doen op de parking van de Gentlemen’s Club …
Daar mag nu stilaan wel eens een mouw aan worden gepast. Zeker voor de bedragen die Land Rover ondertussen wil voor zijn Range. Niet dat het ding ooit goedkoop is geweest, maar met startsommen die vlotjes de 130.000 euro passeren (de goedkoopste D300 MHEV kost 135.390 euro), plaats je je financieel wel heel ver boven de concurrentie. Waarbij het maar de vraag is of die eerder vermelde X-factor dan voldoende zwaar weegt om die prijskloof te verantwoorden?
Dus Range Rover
Toegegeven, de liefde met generatie vijf was er niet onmiddellijk. Die is nadien wel stelselmatig gegroeid, in dezelfde mate als die coup de foudre ook bestond met zijn voorgangers.
Dus ja, ook deze Range is een échte. Met dat unieke Britse pedigree dat hem boven de SUV-massa doet uitstijgen. Onvergelijkbaar en daardoor enig in zijn soort. Al vraagt Land Rover voor die onvervalste Britishness onderhand stevig door, terwijl sommige van zijn 'karaktertrekken' nu echt wel beginnen storen.
In dit artikel : Land Rover, Land Rover Range Rover
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!