Eerste test / Audi A6 Avant

Met zijn nieuwe A6 Avant, ondertussen het model van de zesde generatie, ontketent Audi alleszins geen designrevolutie. Integendeel, van een afstand is het moeilijk om het verschil te zien met zijn voorganger. Nochtans is de A6 Avant, die volgens de constructeur meer dan zestig procent van de verkoop voor zijn rekening zou moeten nemen, wel degelijk volledig nieuw en neemt hij geen enkel koetswerkpaneel van zijn voorganger over. Overigens vertoont de Avant net als de vierdeurs een aangenamer weggedrag. Bij de voorwielaandrijvers is de onderstuurneiging sterk verminderd en de stuurinrichting voelt heel wat directer en vooral communicatiever aan dan in het verleden.

Die verbeterde rijeigenschappen worden in de Avant gecombineerd met een koffer die - gemeten tot het bagagescherm - een volume van 565 liter heeft. De wielkasten zijn netjes geïntegreerd en de laadvloer is vlak, ook als de achterbank, die uit ongelijke delen bestaat, wordt neergeklapt. Handig is alleszins dat de leuning van de achterbank naar voren floept door simpelweg op een knop te drukken in de flank van de koffer. Wie de volledige laadruimte gebruikt, beschikt over een volume van 1.680 liter. Als optie kan de kofferklep elektrisch bediend worden. Wanneer de klep opengaat, dan schuift het bagagescherm mee naar boven.

Het design van de nieuwe A6 Avant is niet vernieuwend, maar wel elegant. De ware verdienste van deze grote break is dat hij een verbeterd weggedrag en een toegenomen geluidscomfort weet te combineren met een functioneel interieur dat bovendien qua afwerking nog altijd toonaangevend is. Goedkoop is deze Audi niet, zeker niet als je een aantal van de talrijke opties aanstipt. Bovendien is het jammer dat je in tegenstelling tot bij Mercedes en Volvo meteen voor een 163 pk-motor moet kiezen.