Eerste test / Audi RS Q3

De categorie van sportwagens is aan het transformeren. Anno 2020 is het niet langer taboe om SUV's met een atletenhart te zegenen. En, toegegeven, de uitkomst durft al eens te verrassen. Bij Audi was de Q3 in 2013 de eerste in rij waaraan de RS-afdeling mocht sleutelen, maar beklijvend was het eindresultaat niet. Ondertussen is de tijd rijp voor generatie twee. Die bouwt grotendeels verder op dezelfde ingrediënten, maar er werd wel extra lekkers aan het recept toegevoegd, zoals betere sportstoelen, een Sportbackvariant en een gloednieuwe demping.

Ook de optielijst verkent nieuwigheden. Zoals de meeste zinloze voor België: een topsnelheid die je van 250 naar 280 km/u kan ontsluiten. Of keramische remschijven voor ambitieuze zielen die geregeld eens een uitje op Spa-Francorchamps in gedachten hebben. Estheten kunnen zich desnoods laven aan 21-duimsvelgen, want een maatje minder is standaard. En een reeks bonte kleuren waaronder kermitgroen, wat - voor alle duidelijkheid - alvast niet Audi's officiële naam is. Maar goed, doet de opvolger ons het debuut vergeten?

Interieur

Cool natuurlijk, die Knight Rider-look van de toerenteller, maar het kan helaas niet verhullen dat er aan de benedenzijde van het interieur goedkope plastics worden gebruikt. Materialen die niet te rijmen vallen met het stevige prijskaartje en die verraden dat ook deze gedopeerde Q3 op de legoblokjes uit de MQB-doos vertrouwt. Op ooghoogte valt het beter mee, dankzij een lichtgevend Quattro-embleem, contrasterend stiksel in de goed ondersteunende sportstoelen en een sportstuur met vlakke onderkant. Op dat laatste zit overigens ook een RS-knop voor twee personaliseerbare rijmodi. Van de fabriek uit is in de setting RS2 de stabiliteitscontrole trouwens uitgeschakeld.  

Voordeel van de koetswerkstijl met klassiek dak is de vrijere hoofdruimte achterin, al zit je als volwassene lang niet onbehaaglijk op de achterbank van de coupéversie. De koffers van beide RS'en Q3 ontlopen elkaar amper. Met 530 liter is het minimale volume zelfs gelijk. Leg je de achterbank neer, dan moet de sexier Sportback 125 liter prijsgeven.

Aandrijfgeheel

Hulde aan Audi dat het voor deze RS blijft vasthouden aan een vijfpitter. Het is een vette knipoog naar het verleden - remember de Ur-Quattro? -, het is een roffelende streling voor het oor, het is een toonbeeld van charisma en het is uniek. Dat alleen al spreekt voor de RS Q3. Met 400 pk is deze 2,5 liter-turbo toch 60 paarden sterker dan in de eerste RS Q3 die op een eerdere evolutie van deze vijfcilinder kon rekenen. Het koppel is met 30 newtonmeter gegroeid naar 480 Nm in totaal. Sterk genoeg om deze compacte SUV in 4,5 tellen aan 100 km/u af te zetten. Ook dat is sneller dan bij zijn voorganger.

Met een manuele bak kan je de RS Q3 niet combineren. En natuurlijk wordt dat vermogen permanent over de vier wielen verdeeld via een Haldexkoppeling, al moeten we tegenwoordig BorgWarner zeggen. Hoe dan ook, de intelligente elektronische koppeling kan tot 85% van het koppel naar achteren zenden voor een meer 'staartig' gevoel. Van een op-en-top nieuw aandrijfgeheel kunnen we allerminst spreken. Dit is het gerei dat ook in de RS 3 voor vuurwerk zorgt, tot het laatste pk'tje toe. 

Rijgedrag

Ons testterrein met de RS Q3 lag in Zweden, niet zo heel ver onder de poolcirkel. Op de spiegelgladde ijspiste van een dichtgevroren meer moet de RS Q3 niet veel moeite doen om schuivend met de achterkant de bochten te ronden. Een korte tik op het rempedaal volstaat om de neus richting apex te duwen en de auto dwars te zetten, gesteld dat je de knop van het ESP vier seconden lang hebt ingedrukt en de elektronische waakhonden wandelen hebt gestuurd. Tuurlijk tovert dat een brede glimlach op het gelaat. Maar het verdoezelt ook de ware aard van het beestje.

Het rijgedrag is namelijk vooral onderstuurd, met een stuurgevoel dat baat zou ondervinden bij iets meer feedback en bite. De gerobotiseerde DSG-bak doet in de meeste gevallen wat van hem wordt gevraagd. Alleen durft hij soms twijfelen bij het terugleggen van meerdere versnellingen. Dan kan je ook kiezen voor de, helaas wat goedkoop aanvoelende, schakellepels achter het stuur. De motor blijft de ster van het verhaal. Met een aanstekelijke klank pikt hij gretig op onderin en in het middenbereik.

Een nagelbed is de RS Q3 in de verste . Toch niet op ons testmodel dat met de adaptieve demping was uitgerust. Die haalt een mooie spreiding tussen focus en comfort en schikt zich uiteraard naar de gekozen rijsetting. Zacht in Normal tot hard in Sport. Een aanrader, deze optie.

Budget

Van een opperversie als deze verwacht je misschien dat alles erop en eraan zit, maar dat is dus niet het geval. Voor het korter afgesneden dak van de Sportback moet je 2.500 euro ophoesten. Tel nog wat van de eerdervernoemde technische lekkernijen erbij en het prijskaartje van 63.770 euro tikt makkelijk door naar 80.000 euro en meer. Zelfs voor visuele show-off, zoals de Shadow Look, moet je bijbetalen.

Voor dat geld kan je dus ook al een Porsche Macan op de kop tikken, al zal die dan wel iets minder snel aan 100 km/u staan, als dat het spelletje is waar je opuit bent. Nog een weetje: van de Q5, de auto die zijn techniek deelt met de Macan, zal Audi geen RS afleiden. Een directe concurrent nog wordt de Mercedes-AMG GLA 53. Uit een 2 liter-turbo knijpt die 380 paarden. En nu we toch Porsche hebben vermeld: voor dit soort bedrag heb je ook een Cayman.

Verdict

Op een echte sportwagen is de RS Q3 niet uitgedraaid. Eerder is het een wat zweverige RS 3 die niet vergeet te charmeren dankzij die prettig klinkende en gretige vijfcilinder, een degelijke variabele demping en een allesbehalve listig rijgedrag. Het eindresultaat is alvast bezwerender dan bij de eerste generatie, zonder dat deze Audi de fijngevoeligheid en de emotionele return van een Porsche Macan evenaart. De drempelvrees van klanten lijkt ook overwonnen. Sinds het autosalon van Brussel, waar de auto zijn Belgische debuut beleefde, zijn er al tachtig over de toonbank gegaan.