Eerste test / Huyndai Genesis Coupé

De Amerikanen kennen de Genesis coupé al anderhalf jaar, net zoals de gelijknamige berline waarvan hij is afgeleid, namelijk sinds het salon van detroit in januari 2009. Op dit moment ontleent deze 2+2-coupé zijn platform aan de gelijknamige grote berline, maar dan wel met een met 11 centimeter ingekorte wielbasis. De twee beschikbare motoren, een drukgevoede tweeliter-viercilinder van 210 pk en een 3.8-V6 van 306 pk, liggen dwars voorin en drijven de achterwielen aan, via een manuele zesversnellingsbak die bij de zwaarste motor eventueel kan worden ingeruild voor de zestrapsautomaat Shiftronic.

De sportstoelen bieden een goede steun en een uitstekende rijhouding. Een druk op de startknop en je kunt onmiddellijk genieten van een geluid dat iedere twijfel uitsluit, ongeacht de motor. Dat dynamisme zet zich door van bij de eerste meters, met een goed afgestelde, communicatieve en relatief directe stuurinrichting. Het is echter duidelijk dat de ophanging in dit stadium nog wat doorontwikkeld moet worden, want nu lijkt ze wat stug bij snel inveren, vooral tijdens de eerste centimeters. Hoewel de balans goed lijkt op een goed wegdek wordt dat helemaal anders op slechte wegen, met in de extreemste gevallen een koersstabiliteit die in het gedrang komt, een verlies van trekkracht en brutale schokken.

Het zou wel eens een goede beslissing kunnen zijn om de Genesis coupé in Europa te lanceren, want deze fraai gelijnde coupé rijdt heel plezierig. Op voorwaarde dat er nog enkele aanpassingen gebeuren aan de ophanging - waaraan naar het schijnt al gewerkt wordt in Hyundai's onderzoeks- en ontwikkelingscentrum in het Duitse Rüsselsheim - zou hij best de leemte kunnen invullen die wordt gelaten door andere constructeurs, die zich meer hebben toegespitst op hybrides en groene oplossingen.