Eerste test / Jaguar F-Pace : Ambitieus

Het concept

Van een merk dat onder dezelfde (Indische) paraplu zit als Land Rover, een producent van alleen maar SUV’s en offroaders, zou je verwachten dat een SUV niet echt een prioriteit is. Maar aangezien de SUV-markt nog steeds verder groeit en er blijkbaar heel wat mensen zijn die wel aan een SUV denken  maar zich niet in het minst aangetrokken voelen tot de Engelse terreinspecialist, besliste men bij Jaguar om ook zijn kans te wagen in dit lucratieve segment. Daarbij werd natuurlijk een beroep gedaan op de knowhow van Land Rover, maar de F-Pace is een eigen ontwikkeling en wordt dan ook in dezelfde fabriek, op dezelfde lijn in elkaar gezet als de XE berline.  Hij situeert zich in het zogenaamde compacte SUV-segment, maar door zijn grootte (en vooral zijn binnenruimte) zit hij zowat te paard op 2 segmenten, dat van de compacte en dat van de full size SUV.

Wat is nieuw ?

Zowat alles, met uitzondering van de motoren. Ook de F-Pace is voor 80% uit het lichtere aluminium vervaardigd, maar hij is wel de stijfste van de klas, een niet te verwaarlozen argument. De motoren kennen we uit het XE-gamma, maar werden aan de nieuweling aangepast qua afstellingen. Merkwaardig is wel dat de basisbenzinemotor (een 2-liter turbo met 240 pk) niet te krijgen is in de F-Pace, de basisdiesel Ingenium echter wel, hier met 180 pk en verkrijgbaar met handgeschakelde zesbak of 8-traps automaat (ZF) en met achter- of vierwielaandrijving. Het is duidelijk dat dit de sleutelkrachtbron wordt in de F-Pace portfolio. Met zesbak en tweewielaangedreven heeft hij ook slechts een normuitstoot van 129 gr/km CO2 (4,9 l/100 km als dieselverbruik), wat hem zeer concurrentieel moet maken in de markt van de bedrijfswagens, een markt die Jaguar nu echt wil gaan veroveren (eerst was er XE, nu met F-Pace). Het onderstel met zijn dubbele driehoeken vooraan en de integral link achteraan is ook grotendeels uit lichtmetaal en wil de F-Pace een rijgedrag geven dat goed aansluit bij de sportieve aspiraties die het merk nu al jaren koestert bij zijn berlines en coupé/cabrio’s.

Hoe rijdt hij ?

Trouwe webbezoekers zullen zich herinneren dat wij  enkele maanden terug met een prototype gingen rijden in Wales en toen aardig onder de indruk terugkwamen. Op onze testroutes in Montenegro (op en naast de weg) werden die indrukken grotendeels bevestigd. Voor een SUV van deze grootte en met een dergelijke binnenruimte, rijdt de F-Pace opvallend sportief. Opmerkelijk was dat de S-topversie, enkel met 3-liter compressormotor van 380 pk, zich tijdens de test als de strakst rijdende maar ook meest nerveuze ontpopte, daar waar de 3-liter diesel zich een pak gemoedelijker toonde en we aangenaam verrast werden door de 2-liter turbodiesel. De dieselmodellen vertonen dan al wat meer rolneiging, ze gaan ook snel en tonen zich vergevingsgezinder als je op de limiet rijdt, de kleine diesel waarschijnlijk ook omdat er relatief weienig gewicht op de neus rust. Je mag in deze ook niet vergeten dat ook de vierwielaangedreven versie rear wheel biased is, met andere woorden dat bij voorkeur (en in normale omstandigheden) meer kracht naar de achterwielen wordt gestuurd om een sportiever rijgedrag te provoceren. Jaguar is er ook in geslaagd om je, ondanks de hoge zitpostie, een sportief rijgevoel te geven, dankzij stoelen waar je niet op maar in zit en een interieuraankleding die nauw aansluit bij die van andere recente producten uit Coventry. Ten slotte, als je de relatief beperkte vrije hoogte in gedachten houdt, kan de F-pace ook op ruwer terrein beter uit de voeten dan je op het eerste gezicht zou zeggen. Daar is de band met Land Rover toch wel duidelijk aanwezig.

Wat kost hij ?

Voor elk wat wils, in een vrij uitgebreid gamma, met prijzen van redelijk interessant tot vri j duur, zeker als je “in de opties vliegt”. Zoals we al zeiden is er de basisversie met tweeliter diesel, zesbak en achterwielaandrijving die in de basisuitvoering Pure 43.050 euro moet kosten. Voor 2.650 euro extra heb je vierwelaandrijving, een 8-traps automaat kost je nog eens 2.550 euro meer, want niet te krijgen in combinatie met achterwielaandrijving. Voor de drieliter V6  diesel (300 pk/700 Nm koppel) moet je minstens 58.600 euro veil hebben, een basisbenzineversie (met 3-liter V6 met compressor van 340 pk) kost nog net iets meer aan 59.950 euro. De 380 pk-versie van deze motor is enkel verkrijgbaar als S-uitvoering en begint bij 76.450 euro. Zowel van de drieliter diesel als de drieliter supercharged van 380 pk waren er First Edition versies te koop met speciale uitrusting en aankleding, respectievelijk voor 81.350 en 85.700 euro, maar die zouden al uitverkocht zijn.

Wie zijn de concurrenten?

Het wordt druk in het segment van de compacte SUV’s, ook in het premiumgedeelte daarvan. Rechtstreekse rivalen zijn de voor de hand liggende Duitse 3, zijnde de Audi Q5 en de BMW X3 (nieuwe modellen op komst voor zeer binnenkort) en de onlangs verschenen Mercedes GLC. Daarnaast zijn er natuurlijk outsiders als de Lexus NX, zonder de huidige marktleider te vergeten, de Volvo XC60, die volgend jaar ook helemaal vernieuwd wordt. Door zijn sportieve ambities niet onder stoelen of banken te steken, mikt de F-Pace eigenlijk ook nog een sportief trapje hoger en wil hij modellen als de Porsche Macan (gedurende de hele ontwikkeling van de F-Pace een benchmark voor de Jaguar-ingenieurs) en de BMW X4 (binnen afzienbare tijd ook de Q4 en de Mercedes GLC Coupé) het vuur aan de schenen leggen. In elk geval kan hij in deze vergelijkingen bogen op het grootste interieurvolume, zowel voor passagiers als voor bagage.

ONS VERDICT

Met de F-Pace heeft Jaguar in de roos geschoten, dat blijkt ook uit het feit dat al meer dan 600 exemplaren verkocht zijn in ons land, terwijl nagenoeg niemand er al mee kon rijden. De auto biedt een rijervaring die vrij kort aansluit bij die van de (nog sportiever rijdende) Porsche Macan en overklast zijn rechtstreekse tegenstanders met een ruim interieur en een voor een SUV vrij opvallende, typische Jaguar/Ian Callum vormgeving. Met de recente tweeliter diesel is hij bovendien een te duchten concurrent in de fleetmarkt. Kortom, wij zijn zeker geen diehard fans van deze koetswerkvorm, maar als we er toch zouden moeten voor kiezen, zou de F-Pace een van onze kanshebbers zijn.