Eerste test / Jaguar XF: kat op rooftocht

Het concept

Jaguar mag met de XE dan wel een tweede poging doen om in de middenklasse in te breken, in de basis is de Britse autobouwer nog steeds constructeur van grote luxeberlines en oogstrelend mooie GT’s. Daarom is de tweede generatie van de XF een zeer belangrijke auto voor de constructeur, die nog steeds aan het knokken is om volume te veroveren in een markt die volledig door de Duitse Drie (Audi, BMW en Mercedes) wordt gedomineerd. Op het eerste gezicht gebruiken de Britten dezelfde recepten als hun rivalen: achterwielaandrijving, krachtige motoren en spitstechnologie. Maar een auto uit het Verenigd Koninkrijk weet altijd nog een extra laagje charme over zijn auto’s heen te gieten dat de Duitsers maar niet onder de knie krijgen.

Wat er verandert

In vergelijking met de vorige XF: bijna alles. De nieuwe generatie staat namelijk op een langere en bredere variant van het platform dat al dienst doet onder de XE en dat zich onderscheidt door de grote hoeveelheid aluminium. Daardoor weegt een XF 2.0D vandaag 190 kilo minder dan de uitgaande XF 2.2D.

Het motorenpalet bestaat uit drie diesels en drie benzines, waarbij die laatste zijn overgenomen van zijn voorganger: een 2.0-turboviercilinder met 240 pk en een 3.0-V6 met compressor die naar keuze 340 of 380 pk ontwikkelt. De 2.0 Ingenium-diesel kennen we al van in de XE en is er naar keuze met 163 of 180 pk. Dit wordt meteen de eerste XF met een manuele versnellingsbak en die helpt de minst sterke versie van de twee aan een voor dit segment uitzonderlijk lage CO2-uitstoot van 104 g/km. Wie echte dieselpower wil, kiest de 3.0D met zijn romige V6. Die is grondig verbeterd sinds hij in de vorige XF debuteerde en ziet zijn output stijgen van 275 pk en 600 Nm naar 300 pk en 700 Nm.

Ook zeer goed nieuws is dat het voorbijgestreefde navigatiesysteem van Jaguar-Land Rover eind dit jaar wordt vervangen door het InControl Pro. Dat infotainmentsysteem heeft zoveel mogelijkheden dat we hier niet genoeg plaats hebben om ze allemaal op te sommen, maar het belangrijkste is dat zijn processor nu zo krachtig is dat je sneller over navigatiekaarten kan scrollen dan bij om het even welke Duitse rivaal, terwijl de kaarten (van Here, eventueel met satellietbeelden van Google Maps) zeer helder en overzichtelijk zijn. Ook de veiligheidsuitrusting is grondig gemoderniseerd, want je kan de XF voortaan bestellen met een actieve spoorassistent, terwijl hij standaard met een stadsremhulp wordt geleverd.

Hoe rijdt hij?

In één woord: briljant. We reden met een 2.0D 180 met de passieve sportophanging en een 3.0 V6 met 380 pk op optionele adaptieve schokdemping, en beide versies bieden scheppen rijplezier, met een voortrein die zeer gewillig en snedig instuurt, een achteras die nooit trekkrachtproblemen vertoont en een bijzonder neutraal evenwicht gecombineerd met een rijgedrag dat zich op wens volledig met het gaspedaal naar de hand laat zetten. Zeer knap is de manier waarop de auto zich onmiddellijk op zijn ophanging ‘zet’ wanneer je instuurt, zodat de precisie in bochten op een zeldzaam hoog niveau staat. Of de XF nu op actieve of passieve dempers staat, ook het comfort blijft steeds gevrijwaard en in dit segment kan volgens enkel de Mercedes E-Klasse zijn inzittenden nog een heel klein beetje van de schokken van de weg isoleren, maar die biedt lang niet zo’n actieve rij-ervaring.

Ook goed nieuws: de 2.0-diesel die ons in de XE nog wat irriteerde door zijn onaangename stem, klinkt hier veel stiller en gedistingeerder. De 3.0-V6 is ook bijzonder plezierig, maar voor een Gran Turismo zoals deze is de V6-diesel de ‘pick of the range’, dankzij zijn onmiddellijk beschikbare reuzenkoppel van 700 Nm. Hij is ook met voorsprong de stilste en de meest romige motor van het aanbod, want de benzine-V6 durft al eens wat brutaler op het gas te reageren.

Budget & uitrusting

De minst dure XF, de handgeschakelde 2.0D met 163 pk en 380 Nm, kost 40.350 euro. Ter vergelijking: een BMW 518d (150 pk, 360 Nm) kost je 39.850 euro en een Audi A6 TDI Ultra (150 pk, 350 Nm) 39.350 euro. Van de toekomstige Mercedes E-Klasse hebben we nog geen prijzen. De XF compenseert voor zijn hogere prijs door zijn iets betere uitrusting, zijn drie jaar garantie en gratis onderhoud en zijn lagere CO2-uitstoot van 104 g/km (114 g/km voor zijn twee rivalen), waardoor hij goedkoper is om in te schrijven in Vlaanderen, een lager Voordeel Alle Aard heeft én voor bedrijven 90 procent aftrekbaar is, tegenover 80 procent voor zijn rivalen.

Concurrenten

De leasemarkt en ons Belgische koperspubliek blijven in dit segment massaal kiezen voor de Audi A6, BMW 5-Reeks of Mercedes E-Klasse en Lexus heeft nog een GS in zijn aanbod. Wij zouden zonder twijfelen voor de XF kiezen, tenzij je een break nodig hebt. Een nieuwe Sportbrake zit er voorlopig niet aan te komen...

Ons verdict

De Jaguar XF zal niet voor zenuwachtigheid zorgen in dit segment, daarvoor is het cliënteel veel te conservatief en blijven de (vooral zakelijke) klanten teveel aan hun Duitse berlines gehecht. We kunnen hen alleen maar ongelijk geven, want de XF rijdt plezieriger dan al zijn rivalen en is tegelijk een van de comfortabelste modellen in zijn segment. Bovendien hebben de Britten qua infotainment (eindelijk) een enorme inhaalbeweging gemaakt. Een heerlijke beloning voor wie buiten de gevestigde waarden durft te gaan.