Eerste test / Lancia Flavia

Hoewel hij er de naam van overneemt, heeft deze cabrio natuurlijk niets te maken met de emblematische Flavia uit de jaren zestig, wel integendeel. Zijn lichtjes hertekende koets straalt een en al Chrysler 200 Convertible uit (zelf de gerestylede versie van de Sebring Convertible), waarvan hij een doorslagje is. In tegenstelling tot de Sebring of 200 Convertible bedankt hij voor een stalen vouwdak. In de plaats daarvan doet hij een beroep op een soepele kap, die meer strookt met het esthetische classicisme van Lancia.

De Flavia is geen kloon van de Chrysler Sebring Convertible, maar van de 200 Convertible. Dat is een belangrijk verschil, want deze laatste heeft grondige wijzigingen ondergaan toen hij gerestyled en dus herdoopt werd. Het interieur van de Flavia is best comfortabel. De stoelen zitten zacht en de achterbank is veel ruimer en knusser dan die van de andere vierzitscabrio's van dit formaat. De koffer is dan weer kleiner dan hij eruitziet. Al na enkele meters is het duidelijk dat deze cabriolet comfort hoog in het vaandel schrijft en ideaal is om te genieten van geheel ontspannen uitstapjes.

Gezien zijn beperkte gamma (één uitrustingsversie, 2.4 op benzine met automaat) spreekt het voor zich dat de Flavia geen grote commerciële ambities koestert in Europa. Dat was ook nooit de bedoeling, ook al kan hij rekenen op een verleidelijke verhouding tussen binnenruimte, prijs en uitrusting. Als overgangsmodel moet hij vooral de plaats van Lancia op de markt vrijhouden in afwachting van het volgende model, dat over twee jaar het levenslicht zal zien als berline en cabriolet. De basis zal nog steeds van Chrysler komen, maar we twijfelen er niet aan dat er dit keer voldoende speelruimte zal zijn om de Latijnse karaktertrekken die we mogen verwachten van een Lancia, tot hun recht te laten komen, in de eerste plaats op esthetisch vlak.

U kunt de Eerste Test van de Lancia Flavia nalezen in AutoGids 853 van 11/7/2012.