Eerste test / Tesla Model S Dual Motor

Tesla is niet van plan om op zijn lauweren te rusten. In de woestijn van de Amerikaanse staat Nevada bouwt de Californische autoconstructeur de Gigafactory, een fabriek die in 2017 wordt opgestart en vanaf 2020 zo’n 500.000 batterijen voor elektrische auto’s per jaar moet gaan produceren. Tegen dan moet het gamma drie modellen tellen, waaronder een betaalbare middenklasser en een cross-over. In afwachting daarvan hebben de Amerikanen de Model S – voorlopig hun enige model – een grondige update gegeven, met heel wat technisch nieuws.

De meest in het oog springende vernieuwing is uiteraard de toevoeging van vierwielaandrijving door een tweede motor te gebruiken in de vooras. Vandaar de D in de naam van deze modellen, die staat voor ‘Dual Motor’. Tegelijk is het gamma herwerkt. De Model S 60 (met een batterij van 60 kWh) verdwijnt en wordt vervangen door de 70D, met 334 pk en een 10 kWh grotere batterij. De 85 blijft als enige over met achterwielaandrijving (385 pk), maar er komt eveneens een 85D, met 428 pk. Dat is niet veel minder meer dan de vroegere P85 (476 pk), die daarom wordt geschrapt.

In de plaats komt een nieuwe topversie, de P85D, met dezelfde motor in de achteras en een extra motor in de neus met 224 pk, zodat hij op een verbluff ende 700 pk uitkomt. Tesla belooft voor deze krachtpatser een sprint van 0 naar 100 km/h in een machtige 3,3 seconden, even snel als de krachtigste supersportwagens. Daarbij verandert het opgegeven rijbereik niet (442 kilometer in de 70D, 502 kilometer in de 85 en 85D en 480 kilometer in de P85D). De tweede motor neemt wel een beetje plaats in en laat de extra koffer in de neus krimpen.