- Score redactie 15.00 /20
Zoals alle vroegere generaties behoudt de jongste 3-Reeks zijn architectuur met een overlangs voorin geplaatste motor die de achterwielen aandrijft. De ophanging is een evolutie van die van de vorige generatie (de E90), met vooraan McPhersons met dubbele scharnierarmen in aluminium en achteraan een meerarmige as, maar alle koetswerkonderdelen zijn nieuw. De Dreier is niet alleen gegroeid, zijn wielen staan ook verder uit elkaar: de wielbasis nam met 5 centimeter toe en de spoorbreedte voor- en achteraan met respectievelijk 4 en 5 centimeter. Ondanks zijn grotere afmetingen blijft het gewicht volgens BMW identiek aan dat van zijn voorganger in een vergelijkbare versie. Daartoe gebruikte de constructeur staal met een hoge elastische weerstand (14 procent van het gewicht van de koetswerkstructuur), waardoor de betreffende secties dunner konden worden gemaakt, evenals nieuwe assemblagetechnieken bij hoge temperaturen voor de middenstijlen (3 procent van de koetswerkstructuur). Dat alles vertaalt zich in een structuurstijfheid die 10 procent hoger ligt dan bij de E90.
- Dynamisch weggedrag, evenwichtig chassis
- Erg laag verbruik
- Rijhouding, ergonomie bedieningsorganen
- Ruimte en instap achterin t.o.v. voorganger
- Actuele comfort- en veiligheidsuitrusting
- Standaard Driving Experience Control
- Veel te lange zesbak (hernemingen)
- Sterk trillende motor bij het starten
- Wat (te) zwaar schakelende versnellingsbak
- Nog steeds koetswerkbewegingen
- Iets minder levendig dan voorganger
- Soms bespottelijke optiepolitiek
In dit artikel : BMW, BMW 3 Reeks