Detailtests / Jaguar F-Type V6

Dat Jaguar zijn historische genen in alle creatieve vrijheid mag blijven cultiveren, is de verdienste van de Indische eigenaar van het legendarische Britse merk. Jaguar heeft een imago en moet dat behouden. Opvallend genoeg zijn net die Indiërs meer bekommerd om het behoud van dat imago dan alle Europese en Amerikaanse directeurs die elkaar hebben opgevolgd aan de top van het merk toen Ford het voor het zeggen had en Jaguar – net als Aston Martin, Land Rover en Volvo – deel uitmaakte van de (in 2010 definitief ontmantelde) Premium Automotive Group van de Amerikaanse reus. En herbronnen, dat is waar het om draait bij de F-Type, een tweezitscabrio met roadsterallures waarin sommigen een moderne interpretatie van de E-Type van weleer zien. Een mooi eerbetoon, al ligt de stijl van beide auto’s behoorlijk ver uit elkaar. Wat doet het ertoe? Met de F-Type knoopt Jaguar spiritueel opnieuw aan bij de traditie van een sportieve, strak gelijnde roadster, met een dikke motor en klasse te over. Geldt dat ook voor de basisversie? Als je een model dat voortgestuwd wordt door een V6 met compressor van 340 pk zo kunt noemen, dan is het antwoord ‘ja’.