- Score redactie 15.60 /20
Voor de jongste 911-generatie ontwikkelde Porsche een gloednieuw onderstel met meesturende achteras. Net als de GT3 stuurt de Turbo dus met de vier wielen, wat zich enerzijds vertaalt in een grotere wendbaarheid bij lage of gemiddelde snelheden en anderzijds in meer stabiliteit als het er snel toegaat. Om geen enkele van de 520 pk's - of zelfs 560 paardjes in het geval van de hier geteste S-variant - verloren te laten gaan behoudt de 911 Turbo zijn vierwielaandrijving. Die doet wel een beroep op een nieuwe centrale elektrohydraulische meerschijvenkoppeling, die meer finesse en een groter reactievermogen aan de dag legt bij de verdeling van het motorkoppel over de voor- en de achterwielen. Net als circuitbeest GT3 bedanken ook de Turbo en Turbo S voor een manuele versnellingsbak, tot spijt van sommige puristen. De PDK met zeven verhoudingen, die zijn deugdelijkheid al ruimschoots heeft bewezen in de 911 van de vorige generatie (997), werd nog verbeterd en haalt het beste uit de drukgevoede 3.8. Net als bij alle 911's - en bij autobussen, zoals sceptici wel eens smalend opmerken - bevindt de flat six zich achter de achteras (in achteroverhang dus) en staan zijn wielen nog 10 centimeter verder uit elkaar dan die van de 997: met een wielbasis van 2,45 meter zijn we ver verwijderd van de 2,21 meter van de oer-911.
- Fantastische boxermotor (soepelheid, vermogen)
- Prestaties van erg hoog niveau
- Verbluffend onderstel, trekkracht, levendigheid
- Toegankelijk dynamisch potentieel
- Veelzijdigheid
- Afwerkingskwaliteit, standaarduitrusting
- Gedempte uitlaatklank
- Manuele versnellingsbak niet verkrijgbaar
- Afstelling manuele stand PDK-bak
- Bijna té efficiënt, relatief gebrek aan sensaties
- Erg hoge prijs, buitensporig dure opties
In dit artikel : Porsche, Porsche 911