Detailtests / Skoda Superb

Net als zijn voorganger kan de Superb prat gaan op een uitzonderlijk plaatsaanbod en een koffervolume van topniveau. Toch kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de wagen bij de generatiewissel wat van zijn homogeniteit heeft ver- loren. Waarom? Omdat Skoda wat te veel heeft willen doen en wat van zijn doel is afgeweken. Door het weggedrag te verbeteren heeft de Superb bijvoorbeeld aan comfort ingeboet en richt hij zich meer tot de bestuurder dan tot de passagiers. Geef toe, dat is een beetje een vreemde keuze voor een berline met een lengte van 4,84 meter en achterste plaatsen die niet zouden misstaan in een luxelimousine. Idem voor het dubbel scharnierende koffersysteem, dat weliswaar een technische innovatie is, maar verder weinig meerwaarde biedt ten opzichte van een eenvoudige achterklep en dat gewoon door zijn aanwezigheid het luxueuze imago van vierdeursberlines op bepaalde markten in gevaar brengt. Dat alles zal zijn taak er niet makkelijker op maken. Wel kan de Superb, zoals altijd bij Skoda, rekenen op oordeelkundig gekozen (in de meeste gevallen zelfs voordelige) tarieven om het verschil te maken met de concurrentie. Wat de motoren betreft, kunnen we zeggen dat de 1.8 TSI heel verleidelijk is in gebruik, op voorwaarde uiteraard dat u niet te veel kilometers aflegt. In het andere geval blijft een TDI de juiste keuze. Van de drie testmodellen ging onze voorkeur naar de 2.0 TDI 140 voor zijn betere verhouding prijs-prestaties- verbruik.