Nu de dieselmotor in ongenade lijkt te zijn gevallen, lijkt de markt zich in de eerste plaats naar de benzinemotor te keren. In het geval van de Seat Tarraco heb je dan keuze tussen de 1.5 TSI van 150 pk en de 2.0 TSI van 190 pk. Die eerste doet het best goed in deze middelgrote SUV, maar bestaat in de Tarraco enkel handgeschakeld: voor een automaat (in feite een gerobotiseerde bak met dubbele koppeling) word je meteen doorverwezen naar de tweeliter. De vierwielaandrijving 4Drive krijg je er in dat geval als bonus bovenop.
Soepele viercilinder
Over die tweeliter kunnen we kort zijn: dit is een bijzonder aangename krachtbron, die zijn werk in alle stilte en nagenoeg volledig trillingvrij doet. In deze tamelijk grote en toch niet zo lichte SUV geeft niet zozeer zijn vermogen van 190 pk de doorslag, maar wel zijn koppel van 320 Nm, temeer omdat dat maximum al vanaf 1.500 o/m ter beschikking staat – daarmee is de 2.0 TSI op papier zelfs nog iets soepeler dan de 2.0 TDI. In de praktijk levert dat een Tarraco op die zich met het grootste gemak met de verkeersstroom laat meedrijven, en indien nodig ook nog eens een pittig sprintje uit zijn hoed weet te toveren.
Toch is van de 190 pk in het alledaagse verkeer weinig te merken: in de normale stand van de DSG zoekt de sturing steevast een zo hoog mogelijke versnelling op (bij 50 km/u staat de bak al in... vijfde), zodat hij eerst nog moet terugschakelen alvorens de tweeliter zijn werk kan doen. De Sport-stand laat het potentieel van de 2.0 TSI veel beter tot zijn recht komen, maar nadat de sturing zich enkele keren brutaal verslikte, hebben we die stand wijselijk maar weer gelaten voor wat hij was.
Groot atleet
Hoe dan ook is er aan de Tarraco geen groot atleet verloren gegaan. Rijden doet hij vooral veilig en geruststellend, maar niet uitzonderlijk dynamisch – gooi deze SUV wat enthousiaster de bocht in, en hij kan zijn gewicht en hogere zwaartepunt niet verbergen. Nu is de Tarraco natuurlijk niet gemaakt voor dat soort werk, dus nemen we hem dat ook niet kwalijk.
Minder vergevingsgezind zijn we voor de afstelling van de autonome noodremfunctie. Tijdens onze kleine 500 testkilometers gebeurde het maar liefst vijf keer dat de Tarraco kortstondig vol in de remmen dook voor obstakels die er niet waren. Te herzien dus, voor er brokken van komen – je zult op zo’n moment maar net een laagvlieger op je achterbumper hebben hangen...
Geen mirakels
Hoe aangenaam deze motor ook is, een tweeliter-benzine in een vierwielaangedreven SUV van dit formaat, dat wreekt zich aan de pomp. De 9,1 l/100 km die wij lieten optekenen, is enkel mogelijk als je geregeld langere stukken met constante snelheid aflegt. Bij kortere ritten en zeker in de stad zit je zo boven de drempel van 10 liter. Veelrijders zijn daarom goedkoper af met de 2.0 TDI van 150 pk.
Onze testuitvoering was een zevenzitter, waarbij Seat jammer genoeg niet de mooi geïntegreerde kofferzitjes uit de Skoda Kodiaq overnam, maar de gekunstelde oplossing uit de Volkswagen Tiguan, die de koffer beduidend minder praktisch maakt. Als vijfzitter voldoet de Tarraco daarentegen perfect: achterin is een zee van ruimte.
Ons verdict
De 2.0 TSI is an sich misschien wel de beste motor in de Tarraco: gewilliger en krachtiger dan de 1.5 TSI, zachter en geciviliseerder dan beide TDI’s. Alleen speelt zijn verbruik hem parten, en als de portemonnee komt meepraten, zouden we toch eerder geneigd zijn om voor de 2.0 TDI 150 te gaan: je hoeft echt geen doorgewinterde veelrijder te zijn om de meerprijs van die diesel (dik 1.100 euro) vrij snel te kunnen terugverdienen.
- Aangenaam zachte motor
- Vlotte prestaties
- Binnenruimte
- Verbruik
- Werking rijhulpsystemen
- Slecht geïntegreerde derde stoelenrij
Verwante testen
In dit artikel : Seat, Seat Tarraco
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!