Korte tests / SsangYong Rexton 2.2 e-XDI – een grote mond opzetten

Concept

Begin 2020 verdween de SsangYong noodgedwongen uit de Belgische catalogus: zijn 2,2-literdieselmotor voldeed niet aan de Euro 6d-uitstootnormen voor personenwagens, en in afwachting van de nodige technische ingrepen werden de vijfzits- en zevenzitsversies in Europa tijdelijk naar de reservebank verwezen (als lichtevrachtuitvoering met slechts twee zitplaatsen en een vaste wand kon je de Rexton al tijd die wél nog gewoon bestellen).

Het heeft even geduurd, maar sinds maart 2021 is de Rexton helemaal terug. Sterker dan ooit zelfs, want zijn 2,2-literdiesel werd niet alleen schoner, maar ook krachtiger: 202 pk en 441 Nm is respectievelijk 21 pk en 20 Nm meer dan vroeger – al komt dat maximumkoppel nu wel iets later vrij, namelijk bij 1.600 o/m tegenover 1.400 o/m. De manuele zesbak verdween uit het aanbod; voortaan is elke Rexton uitgerust met de nieuwe achttrapsautomaat die het oude Mercedes-zeventrapsexemplaar kwam vervangen.

Om de herintroductie van de Rexton luister bij te zetten heeft SsangYong er meteen ook maar een facelift aan gekoppeld. Aan de buitenkant trok die het koetswerk wat strakker, en dat valt vooral op wanneer je de neus bekijkt, met zijn enorme, gapende radiatorrooster met verchroomd honingraatmotief, geflankeerd door smalle ledkoplampen. Subtiel is anders, maar goed, moderner oogt het wél. In tegenstelling tot de verchroomde velgen van de geteste Sapphire-uitvoering; die lijken zo weggelopen uit een foute nineties-videoclip...

De interieuraankleding van die topversie, in dit geval nog voorzien van het optionele Elegance Pack, balanceert op dezelfde slappe koord tussen klasse en kitsch, maar de uitrusting is wel hypervolledig. Nieuw sinds de facelift zijn onder meer de digitale instrumenten of de inductielader voor smartphones. Gebleven is de zee aan ruimte in de Rexton, ook achterin. En het bagageruim is met vijf zitplaatsen nog altijd gigantisch. Een derde zitrij blijft optioneel leverbaar.

Weggedrag

Onderhuids is de SsangYong Rexton 2.2 e-XDI nog altijd een ouderwetse offroader, met een ladderchassis en inschakelbare vierwielaandrijving (enkel bedoeld voor omstandigheden met minder grip dus). Wie van plan is de modder op te zoeken – wat perfect mogelijk is – doet er goed aan de Sapphire-uitvoering te bestellen, want die is voortaan voorzien van een vergrendelbaar centraal differentieel. De Rexton mag ook nog altijd een sleep tot 3 ton trekken.

Bij meer alledaags gebruik op asfalt kan de Rexton zijn hardcore basis niet helemaal wegsteken. Er schuilt bijvoorbeeld bitter weinig dynamiek in zijn onderstel, maar dat mag ook niet verbazen met een leeggewicht van 2,1 ton en een forse bodemvrijheid. Deze SsangYong biedt een andere, meer gezapige vorm van rijplezier, eentje die in de verf wordt gezet door de licht deinende reacties van zijn ophanging – een ladderchassis filtert nu eenmaal niet zo goed als een zelfdragende structuur.

Rekening houdend met de beperkingen van zijn architectuur zouden we deze SsangYong Rexton echter zeker niet oncomfortabel willen noemen. Temeer omdat zijn e-XDI-motor vrij goed gedempt is, zeker bij kruissnelheden, waar ook de akoestisch gelaagde voorruit (vanaf het niveau Quartz) haar duit in het zakje doet. De prestaties van de 2.2-diesel zijn niet verpletterend, maar volstaan ruimschoots. En de automaat is niet supersnel, maar wel boterzacht – hij laat zich nooit op een schokje betrappen.

En dan is er nog een kleine olifant in de kamer: het verbruik. Ook dat is namelijk dat van een werkpaard van 2,1 ton. De geclaimde 8,2 l/100 km (WLTP) hebben wij op geen enkel moment kunnen benaderen; wij strandden op 10,1 l/100 km gemiddeld – en dat is dan nog gemeten met een rustige rechtervoet. Nogmaals, voor dit soort auto’s is dat niet zo uitzonderlijk, maar absoluut gezien blijft het een stevige dorst.

Verdict

Een nieuwe look, een nieuw aandrijfgeheel, maar in wezen verandert er niks: de SsangYong Rexton 2.2 e-XDI blijft een vrijwel unieke plaats bekleden in het autolandschap, door de offroadkwaliteiten en het robuuste karakter van een pick-up te paren aan de luxe, de binnenruimte en de veelzijdigheid van een grote SUV. Een beetje als een Toyota Land Cruiser, maar dan met wat meer glamour... en voor een scherpere prijs.