Vergelijkende test / BMW 320d, Infiniti Q50 2.2d, Jaguar XE 2.0D 180 en Mercedes C220 BlueTec

Aan de X-Type (2001-2009) hoeven we niet veel woorden vuil te maken. Deze eerste poging van Jaguar om voet aan wal te krijgen in het segment van de compacte premiumberlines (Audi A4, BMW 3-Reeks, Mercedes C-Klasse, Volvo S60) was gebouwd op een Ford Mondeo-platform en maakte gebruik van motoren van Ford (de toenmalige eigenaar), wat mee aan de basis lag van zijn floppen. Esthetisch kwam de X-Type dan wel overtuigd voor de dag, maar hij stapelde voor de Jaguar-fans de schandvlekken op. Door zijn niet-adellijke origines dreef hij om te beginnen de voor- in plaats van de achterwielen aan, iets wat Ford bij de krachtigere (zelf ontwikkelde) motoren handig wist te maskeren door ze te voorzien van vierwielaandrijving. In 2003 waagde hij het zelfs om uit te pakken met een dieselvariant, een jaar later gevolgd door – stel je voor – een breakafgeleide. Stuk voor stuk keuzes die intussen echter niet langer beschouwd werden als heiligschennis... De XE rust op een zo goed als volledig nieuw platform en vervult na een afwezigheid van een dikke vijf jaar de rol van nieuw instapmodel in het Jaguar-gamma. Als vrucht van een heel wat ambitieuzer (en duurder) project dan dat van de X-Type is hij geen kloon meer van een massamodel, maar een volwaardige Jaguar, met een overlangs ingebouwde motor die de achterwielen aandrijft. En dat is niet alles: hij mag ook de eerste viercilinder van Jaguar-Land Rover inwijden, die deel uitmaakt van de Ingenium- familie. Nadat we die XE 2.0D van 180 pk al konden ontdekken tijdens onze Gedetailleerde Wegtest in ons vorige nummer, confronteren we hem hier met zijn gedoodverfde rivalen: de BMW 320d (helaas nog in zijn prefaceliftversie) en Mercedes C 220 d. Uiteraard is een dergelijke vergelijking niet compleet zonder de Audi A4, maar de huidige generatie staat op het punt om afgelost te worden, zodat Ingolstadt hier verstek moest laten gaan. Om het achterwielaangedreven feestje compleet te maken hebben we dan maar gekozen voor een outsider, in de vorm van de Infiniti Q50 2.2d.