Vergelijkende test / Citroën DS3 Racing, Ford Fiesta ST,Peugeot 208 GTi, Renault Clio R.S. enSeat Ibiza SC Cupra : Springlevend

Sinds enkele jaren lijken de compacte sportievelingen in het segment net onder dat van de onvermijdelijke Golf GTI stilletjes opnieuw in de gratie te komen. De referentie onder deze bruisende bommetjes – de Renault Clio RS – gaat al sinds de tweede generatie van de Clio mee (hij volgde de opzwepende Clio 16V op, zie de Retrotest verder in dit nummer), maar andere komen van ver terug. Te beginnen bij Peugeot, dat trouwens zelf spreekt van een “regeneratie” van de GTI met de nieuwe 208 GTi. Na de legendarische 205 GTi (aanvankelijk met 1.6, daarna met 1.9-motor), die profiteerde van het succes van de T16 in het Wereldkampioenschap Rally in de jaren tachtig, hebben zijn opvolgers – de 206 GTi/RC en, vooral, de 207 RC – veel minder stof doen opwaaien.

Bij Citroën, dat nota bene een heel decennium lang het WK Rally domineerde met Sébastien Loeb, kreeg de woeste Xsara VTS een tamme opvolger in de vorm van de C4 VTS, terwijl de meeslepende Saxo VTS ook jarenlang zonder vervolg bleef, vooraleer de huidige DS3 Racing zijn debuut maakte. Ford is niet aan zijn proefstuk met zijn nieuwe Fiesta ST, maar de huidige generatie is wellicht de meest overtuigende – zoals verderop zal blijken. En de eer van de Volkswagen-groep tot slot wordt hier hoog gehouden door de Seat Ibiza SC Cupra, die eind vorig jaar een facelift onderging.

Maar hoe komt het eigenlijk dat de interesse voor deze kleine sportievelingen weer oplaait? Wellicht heeft dat allemaal te maken met imago. Want de term ‘GTI’ mag dan als politiek incorrect wordt beschouwd, nieuwe technologieën maken het nu mogelijk om sportievelingen minder dorstig te maken. De nieuwe lichting is ook minder radicaal en meer gericht op comfort, veelzijdigheid en veiligheid (zowel actieve als passieve). Kortom, de GTI’s van vandaag geven wel blijk van een sportief karakter, maar dragen in de eerste plaats een merk imago uit. Dat het dominante radicale karakter van vroeger wat verdwenen is, komt natuurlijk door de noodzaak om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken en zo de rentabiliteit te vergroten.