Vergelijkende test / De Opel Karl en de Smart Forfour tegen hun rivalen

Volgens statistici zullen we in 2050 met negen miljard zijn, waarvan twee derde in een stad (of een verstedelijkt gebied) zal wonen. In de Europese Unie woont nu al 40 procent in de stad; op Belgisch niveau is dat 26 procent, waarvan de overgrote meerderheid (20 procent) verdeeld over de vijf grootste steden van ons land (Brussel, Antwerpen, Gent, Charleroi en Luik). Gecombineerd met het gebrek aan parkeerplaatsen en garages in onze stadskernen én de steeds meer op ecologische aspecten gerichte fiscaliteit maakt dat dat de toekomst aan compacte auto’s is met een kleine motor: het A-segment, dat van de kleine stadsauto’s, waar de 1.0-driecilinder de norm is geworden.

Maar in tegenstelling tot in groeilanden, waar het allemaal erg basic mag zijn (kijk maar naar de recent in India gelanceerde Renault Kwid, die omgerekend amper 3.500 euro kost), betekent klein in Europa niet noodzakelijk eenvoudig. De stadsmussen van vandaag willen slim, veilig en schoon rijden, maar zonder toegevingen te doen op het vlak van luxe, comfort, enzovoort. Een echte hersenbreker voor de constructeurs, die ook nog eens de prijs van deze lilliputters onder controle moeten houden.

Een model dat al twee jaar aardig wat succes oogst, is de Hyundai i10, die (terecht) beschouwd wordt als het referentiecompromis in het A-segment en zelfs modellen uit het segment hoger concurrentie durft aan te doen. Dat is ook Opel niet ontgaan. Het Duitse merk biedt sinds enkele maanden de Karl aan, die onder de extraverte Adam getuigt van een heel andere stadsstrategie, meer down to earth. Net als de Hyundai wordt hij in Zuid-Korea gebouwd – samen met zijn neef, de Chevrolet Spark – maar hij werd wel ontworpen in het Duitse Rüsselsheim… net als de i10.

Om het debat open te trekken namen we er twee andere kleine stadsauto’s met vijf deuren en een driecilinderkrachtbron van 1.000 cc bij: enerzijds de Smart Forfour – de andere grote nieuwigheid voor 2015 in het segment, die gezamenlijk ontwikkeld werd met de Renault Twingo – en anderzijds een oude bekende, de Volkswagen Up, die zo goed en zo kwaad als het kan, probeert stand te houden tegenover zijn talrijke nieuwe rivalen.