Vergelijkende test / Renault Clio Grandtour 1.5 dCi 90, Seat Ibiza ST 1.6 TDI 90 en Skoda Fabia Combi 1.6 TDI 90 : Variaties op een break

In hogere categorieën heeft de break de klassieke berline al enkele jaren afgelost als populairste koetswerkvariant. Bij de veelzijdige stadsauto’s is dat echter nog lang niet het geval. In dit segment namen vooral de drie- en vijfdeursmodellen vorig jaar bijna 25 procent van de totale Belgische autoverkoop voor hun rekening, terwijl de break op 5,5 procent bleef steken. Maar die is, vanwege goedkoper en minstens even handig, kopers aan het afsnoepen van de kleine eenvolumer. Al kan de kleine break op zijn beurt maar beter op zijn hoede zijn voor de avontuurlijker ogende SUV-lookalikes zoals de Peugeot 2008 of de Renault Captur. Aan de keuze zal het niet liggen, en ook op het vlak van design doen de meeste merken hun uiterste best om potentiële klanten ervan te overtuigen dat een break meer is dan een praktischere uitvoering van een niet zelden sportief ogende hatchback. Om nog maar te zwijgen van de naamkeuze. Met Grandtour zet de Renault Clio het meest aan tot dromen, waarbij de vormgeving er nog een schepje bovenop doet. Designhoofd Laurens van den Acker vertelt aan iedereen die het horen wil, dat de Clio Grandtour is geïnspireerd door de chique en vandaag modieuze shooting brake, terwijl de geïntegreerde laterale koetswerkbeschermstrips knipogen naar de terreinbreak. Seat kiest voor de klassieke break zonder franje, terwijl de Skoda Fabia Combi in zijn Scout-uitvoering zich met aangepaste bumpers en beschermstrips rond de wieluitsparingen tegen de terreinbreak aanschurkt. Alsof hij wil camoufl eren dat hij de meest conservatieve break van de drie is – wat zich onder andere vertaalt in de grootste bagageruimte.