Vergelijkende test / Renault Mégane tegen 5 compacte middenklassers

De jongste jaren lijkt de benzinemotor in ere te zijn hersteld. Daar zijn verschillende verklaringen voor te geven: het prijsverschil aan de pomp tussen benzine en diesel zou op termijn moeten verdwijnen, fiscale hervormingen bevoordelen deze brandstof, de almaar strengere uitstootnormen maken het diesels steeds moeilijker, enzovoort. En dan zouden we nog bijna de technische vooruitgang vergeten, met in het bijzonder het fenomeen van downsizing, waarbij een kleinere cilinderinhoud bijna systematisch gecompenseerd wordt door drukvoeding. Meer was blijkbaar niet nodig opdat de benzine-motor opnieuw de aandacht van de automobilist kon trekken. Vandaar dat wij dus voor kleine turbobenzines kozen voor een vergelijking tussen de twee jongste nieuwkomers en vier vaste waarden in het segment van de compacte middenklassers.

De recentste nieuwkomer in deze klasse is de Renault Mégane. In zijn basisversie doet die een beroep op de 1.2 TCe, een viercilinder-turbo die met 100 of 130 pk bestaat. Aangezien alleen de krachtigste van die twee beschikbaar was voor deze test, moesten we dus op zoek naar evenwaardige concurrenten. Bij Peugeot lag de oplossing voor de hand, aangezien de drukgevoede 1.2-driecilinder in de 308 exact evenveel vermogen levert (van die 1.2 PureTech bestaat ook een variant met 110 pk). Verder lanceerde Kia in de Cee’d zopas een nieuwe driecilinder-turbo, die weliswaar maar 998 cc groot, maar toch 120 pk sterk is. En in dezelfde cilinderinhoudsklasse vinden we bij Ford de Focus 1.0 EcoBoost met 125 (of 100) pk.

Natuurlijk zou een vergelijking in dit marktsegment niet compleet zijn zonder een van de absolute referenties op Europees vlak: de Volkswagen Golf, waarvoor we op het volgende salon van Genève een midlifefacelift mogen verwachten. Om het qua vermogen vergelijkbaar te houden hebben we hier niet gekozen voor de kleine 1.2 TSI van 110 pk, maar voor de iets grotere 1.4 TSI van 125 pk. Idem voor de Opel uit deze vergelijking: aangezien de 1.0-turbo in de nieuwe Astra het bij 105 pk houdt, ging onze voorkeur naar de 1.4 T van 125 pk.