Detailtests / Rolls-Royce Phantom EWB : Ultieme luxe

Alvorens van wal te steken moeten we u iets vertellen. Het scheelde geen haar of deze test had nooit plaatsgevonden. Er waait namelijk een nieuwe (?) wind op het PR-departement bij Rolls-Royce en de verantwoordelijken aldaar vinden blijkbaar dat hun auto’s niet meer getest mogen worden. Ha ja, want een Rolls-Royce die ‘test’ je zomaar niet, daar mag je hoogstens even mee ‘waften’ om er dan een hemelse eloge over te schrijven... Zoiets gaat natuurlijk geheel tegen onze filosofie van objectieve en gedetailleerde informatie in en we weigerden dus beleefd, maar categorisch om ook nog maar een woord over de nieuweling te schrijven. Toen kwam Rolls-Royce-invoerder Ginion ons gelukkig tegemoet: met de Europese perswagen uit de fotoreportage mocht niet mocht worden getest, maar we konden wel een ander (eigen) exemplaar van de invoerder ter beschikking krijgen voor de eigenlijke test en de bijbehorende metingen. Aldus geschiedde. De nieuwe Phantom komt er van bij de aanvang in twee versies: de normale en de 22 centimeter langere EWB (Extended WheelBase) uit onze test. Met zijn net geen 6 meter (5,98 om precies te zijn) wordt die laatste in China (toch geen onbelangrijke markt, ook niet voor Rolls-Royce) nog net niet beschouwd als… een vrachtwagen (zoals de lange Maybach indertijd wel). Visueel sluit de vormgeving van de nieuweling sterk aan bij wat designer Marek Djordjevic begin van deze eeuw uit zijn mouw schudde, maar vanzelfsprekend ging de auto met zijn tijd mee en is het lijnenspel nog eenvoudiger geworden. Bij deze achtste generatie staat het typische radiatorrooster niet meer als een blok vooraan op de neus, maar is het meer geïntegreerd en gestroomlijnd, zonder iets van zijn majestatische look te verliezen. De rechthoekige koplampen verwijzen qua lijnvoering nog naar de voorgangers, maar doen nu helemaal een beroep op ledtechnologie, met laserlicht voor de grote lichten (met een bereik van 600 meter) erbovenop. Vanuit het nu omgebogen radiatorrooster vertrekt de gordellijn, die achteraan mooi uitmondt boven de ledachterlichten. Ook die laatste sluiten visueel sterk aan bij die van de vorige Phantom. De deuren gaan nog altijd op dezelfde manier open, maar hebben allemaal een sluithulp. Achterin blijven het zogenoemde coach-deuren: deuren die achteraan scharnieren en een andere, meer ‘koninklijke’ instap mogelijk maken. Omwille van de veiligheid zijn deze achterdeuren speciaal vergrendeld zodra de wagen
4 km/u rijdt. Eventuele pogingen om ze dan toch te openen beantwoordden ze met de koppigheid van een weerbarstige oester.