Detailtests / Audi Q4 e-Tron 50 Quattro : Democratisering?

Bij een overgangsperiode hoort altijd wat verwarring. Vijf jaar geleden was de eerste e-Tron een plug-inhybride versie van de Audi A3. Vervolgens werd het e-Tron-label een modelnaam, voor de in Vorst gebouwde grote elektrische SUV... en nu er meerdere EV’s in de Audi-catalogus staan, is e-Tron opnieuw een soortnaam geworden. Het annex Q4 brengt in dezen opheldering, want deze SUV staat op de familiefoto pal tussen de Q3 en de Q5, met een formaat dat ook netjes het midden houdt tussen dat duo. 

Technisch heeft de Q4 e-Tron echter met geen van beide te maken. Dit is namelijk een van de vele modellen op het recente MEB-platform van de Volkswagen-groep, dat voor het eerst verscheen onder de VW ID.3, maar inmiddels ook dient als fundament voor de ID.4, Skoda Enyaq iV en Cupra Born. De elektrische onderdelenset, de vrucht van een investering van enkele tientallen miljarden, wordt de komende jaren een van de belangrijkste bouw­stenen voor de Duitse gigant, zeker nu elektrisch rijden in Europa de norm gaat worden tegen 2035. Audi maakt zelfs nog meer haast met de energietransitie, want het kondigde afgelopen zomer aan dat voor hen 2033 al het eindpunt is voor benzine en diesel (al houdt Ingolstadt voor Chinese klanten die deur nog wel wat langer open). 

Deze Q4 is de eerste Audi op het MEB-platform, maar dus zeker niet de laatste. Hij wordt gebouwd in de VW-fabriek in Zwickau, in het voormalige Oost-Duitsland, waar eigenlijk ook Audi’s historische wortels liggen. Net als bij zijn neef ID.4 uit diezelfde kraamkliniek zijn er verschillende varianten, met keuze tussen een kleine en een grote batterij en uit verschillende motorvermogens. De basisversies (35 en 40 genaamd) hebben enkel een motor op de achterwielen, maar de 45 en deze 50 dragen er ook eentje op de vooras. Daarmee is deze Q4 e-Tron 50 de facto een vierwielaandrijver, maar uiteraard zonder mechanische verbinding tussen beide assen, zoals bij de klassieke Quattro’s waarmee Audi beroemd werd.