Eerste test / Citroën C4

Het lijkt wel alsof Citroën door de afscheiding van zijn DS-label een boost heeft gekregen, want het Franse merk blijft zijn gamma maar vernieuwen. Na de C1 en vooral de C4 Cactus in 2014 is het nu de beurt aan de C4 berline om onder het mes te gaan. Al gaat het voor deze middenklasser eerder om een midlifefacelift. De C4, die van de band loopt in de PSA-fabriek van Mulhouse (in de Elzas), kan prat gaan op een behoorlijk succesvolle carrière, want er zijn sinds zijn lancering in 2010 al 450.000 exemplaren van gebouwd. Maar of deze schuchtere update volstaat om het offensief tegen te gaan dat tal van rivalen hebben ingezet – de VW Golf, de Peugeot 308 en de Ford Focus op kop – is nog maar de vraag.

Volgens de marketingdiensten van het Franse merk steunt de hele Citroën-filosofie op drie pijlers: design, een gevoel van welzijn en technologie. Nochtans heeft de C4 niet echt een silhouet waarvan je warm of koud wordt. Integendeel zelfs, met zijn vrij anonieme look gaat hij volledig op in het verkeer. Dat verandert niet bij deze opfrisbeurt: hoogstens hebben de designers zich – zoals vaak bij dit soort facelifts – gebogen over de voorste en achterste lichtblokken, met als resultaat een nieuwe lichtsignatuur, met leds vooraan en een 3D effect achteraan. Nieuwe lichtmetalen velgen van 17 duim geven de voor de rest erg discrete berline toch een iets dynamischere toets. Het mag duidelijk zijn dat het een geoefend oog vergt om de vernieuwde C4 onmiddellijk te onderscheiden van het oorspronkelijke model. Maar goed, dat is bij de concurrentie niet anders...