Eerste test / Porsche Macan GTS: Twee gezichten

De GTS-uitvoering (Gran Turismo Sport) van de Macan wil nog altijd een combinatie brengen van sterke prestaties en een doorgedreven zin voor comfort. Die roeping vertaalt zich voor deze 4,69 meter lange SUV in een gebald uiterlijk, getooid met enkele visuele elementen die de Macan meteen herkenbaar maken als een Porsche – zoals de fijne rode streep die de donkere achterlichten met elkaar verbindt.

De benaming GTS is geen onbekende voor de Macan, aangezien een dergelijke versie al sinds 2015 bestaat. Alleen krijgt die nu een 2,9 liter grote biturbo-V6 in plaats van de oude 3-liter, gekoppeld aan een gerobotiseerde PDK-versnellingsbak met zeven verhoudingen. Uiteraard is vierwielaandrijving ook van de partij. Uiterlijk is de GTS te herkennen aan zijn specifieke koplampen, zijn zwarte radiatorrooster en luchtinlaten en zijn zijschorten. Binnenin zien we enkele typische accenten, terwijl ook de standaarduitrusting werd uitgebreid.

Aandrijfgeheel

De GTS krijgt een nieuwe motor: een 2,9 liter grote V6, die 20 pk won ten opzichte van de oude 3-liter. Met 380 pk en 520 Nm zit de GTS nog altijd pal tussen de Macan S (354 pk, 69.200 euro) en de Macan Turbo (440 pk, 95.300 euro). Zoals het een meer dynamisch getinte versie betaamt, ondergaat ook het onderstel tal van aanpassingen, die het geheel nog wat sportiever moeten maken. Zo ligt de GTS 1,5 centimeter dichter bij de grond dan een S, terwijl de gestuurde ophanging PASM (standaard) hier een andere afstelling heeft gekregen. Kies je voor de optionele luchtveren, dan ligt de auto nog eens 1 centimeter lager.

Nog als optie kan de Macan GTS zijn standaardremmen inruilen voor de PSCB-exemplaren (Porsche Surface Coated Brake) of zelfs heuse koolstofceramische PCCB-schijven – maar off the record geven ze bij Porsche toe dat die laatste optie eigenlijk nergens voor nodig is. Aangezien rijplezier hier nog met een grote R wordt geschreven, krijgt de GTS ook een specifieke uitlaat. Bij alledaags gebruik houdt die het geluidspeil in de cabine op een aanvaardbaar niveau, maar zodra je met de kleine draaiknop op het stuur overschakelt op de stand Sport of Sport+, wordt het beest duidelijk wakker.

Rijgedrag

De Macan GTS waarmee wij konden kennismaken, beschikte over de optionele luchtvering, en die is overduidelijk warm aanbevolen. Laat die PCCB-remmen voor wat ze zijn, en besteed dat budget liever aan deze magische ophanging, die de Macan echt comfortabel maakt met het oog op dagelijks gebruik. In de Comfort-stand vangt ze elke oneffenheid in het wegdek zo efficiënt op dat de Macan putten en hobbels niet lijkt te voelen. Voeg daarbij de indrukwekkende stilte die in het interieur heerst, en je bekomt een auto waarin het ook tijdens langere ritten heerlijk toeven is in een prima comfort.

Nochtans volstaat een kleine draai aan de knop op het stuur om van register te veranderen. In de Sport-modus wordt de ophanging harder – als een beest dat klaarstaat om zijn prooi te bespringen. De motor klimt hoger in de toeren en de PDK-versnellingsbak toont zijn tanden, klaar om erin te vliegen. De respons op het gaspedaal wordt alerter en het gestommel in de uitlaat wijst erop dat er onweer in de lucht hangt. Of dat ook losbarst, hangt volledig af van de bestuurder, die in deze stand weet dat alle rijhulpsystemen klaarstaan om hem een handje te helpen.

Nog niet genoeg? Dan kun je de draaiknop nog een kwartslag verder draaien, naar de modus Sport+. In die stand is de Macan GTS zelfs circuitrijp. Kortom, terwijl een basis-Macan uiteindelijk vrij braaf is, en de Turbo bijna voortdurend op oorlogspad lijkt te zijn, vertoont deze GTS twee duidelijk van elkaar verschillende persoonlijkheden, die je kunt oproepen met een draai aan de knop. Die veelzijdigheid is net de kern van zijn aantrekkingskracht.

Budget

Alleen betaal je die veelzijdigheid cash: de Macan GTS kost 8.000 tot 12.000 euro meer dan zijn naaste rivalen: 81.900 euro, de 1.550 euro voor de luchtvering niet meegerekend. Want die optie is werkelijk onmisbaar, in tegenstelling tot de PSCB-remmen van 3.146 euro… of de koolstofceramische exemplaren van 8.470 euro.

In het segment van de zogenoemde sportieve SUV’s zijn de concurrenten niet dik gezaaid. Bij Audi heb je de Q5 55 TFSIe, die 367 pk puurt uit de combinatie van een verbrandingsmotor en twee elektromotoren. Een plug-inhybride dus, die met zijn hoge gewicht niet echt in staat is om een Macan GTS bij te benen. Anderzijds is hij wel 20.000 euro minder duur… en fiscaal een pak aantrekkelijker. En de SQ5 dan? Dat is tegenwoordig een diesel. Jawel, hij heeft 347 pk en kost nog altijd 10.000 euro minder dan een Macan GTS, maar of die SQ5 eenzelfde compromis tussen comfort en sportiviteit kan bieden?

Bij BMW is de X3 M met zijn 480 pk eerder een rivaal voor de Macan Turbo; de concurrent voor een GTS zou dan eerder de X3 M40i van 354 pk zijn, en die kost een slordige 12.000 euro minder. Eventueel zouden we nog de Volvo XC60 T8 Twin Engine kunnen noemen, een oplaadbare hybride van 392 pk, die 71.800 euro kost. Maar hier geldt hetzelfde bezwaar als bij de Audi Q5: een PHEV zal nooit zo sportief zijn als een vergelijkbare auto met enkel een verbrandingsmotor – al was het maar door de extra kilo’s die hij meesleept.

De auto die uiteindelijk nog het dichtste in de buurt komt, is de Mercedes-AMG GLC 43 van 390 pk. Maar die bewijst met zijn prijs van 72.800 euro dat de Macan GTS een dure vogel is met zijn basisprijs van 81.900 euro. Temeer omdat een groot deel van zijn aantrekkingskracht hem in zijn luchtvering zit, en die is optioneel.

Verdict

Mits je er de optionele luchtvering bijneemt, vertoont de Macan GTS een reële polyvalentie, door comfort en sportieve efficiëntie met elkaar te verzoenen op een manier die geen enkele concurrent hem nadoet. Van extreem comfortabel en stil in de braafste rijmodus raakt hij helemaal ontketend in de Sport-stand. Maar hij weet zijn temperament perfect te beheersen, dankzij een competent, levendig, nauwkeurig, alert en zelfs speels onderstel, dat koetswerkbewegingen keurig intoomt zonder daarom buitensporig hard te zijn.