Concept
De Outback – Subaru’s grootste model in Europa – leidt bij ons een leven in de schaduw, zeker sinds in 2018 de diesel uit de catalogus verdween. De enige overgebleven motor is daardoor een 2,5 liter grote boxer op benzine. Met 13 fiscale pk, 125 kW/175 pk en een CO2-uitstoot van 166 g/km (NEDC) is dat een variant die de fiscus graag ziet komen, al moeten we dat toch ook nuanceren: vergelijkbare tweeliter-dieselmodellen bij de concurrentie zijn ook duur om in te schrijven... en kosten doorgaans een pak meer.
Voor een grote break (4,82 meter) die standaard uitgerust is met een automaat én vierwielaandrijving, is de Subaru Outback namelijk niet buitensporig duur. Meer zelfs, vergeleken met andere verhoogde breaks – doorgaans van premiummerken – is hij een koopje, zeker omdat zijn standaarduitrusting bijzonder volledig is. Binnenruimte is er overal in overvloed, ook achterin, en de koffer is ruim (550 tot 1.848 liter) en makkelijk toegankelijk.
Rijgedrag
Bij veel chique softroaderbreaks dienen de verhoogde bodemvrijheid en de koetswerkopsmuk vaak enkel het marketingverhaal om een hogere prijs te kunnen rechtvaardigen. Het bewijs? Vaak liggen er veel te grote velgen met laagprofielbanden onder... Niet zo bij deze Subaru Outback, die ook naast het asfalt meer dan zijn mannetje staat en wel weg weet met onverharde paden.
Slechte wegdekken, naden, riooldeksels en verkeersdrempels worden dan ook meesterlijk geabsorbeerd, zonder dat het allemaal te slap wordt: in bochten houden de schokdempers de koets netjes onder controle. Het stuur voelt in eerste instantie verrassend zwaar aan, maar biedt een uitstekend gevoel en voldoende feedback. In haarspeldbochten merk je wel dat dit een grote en zware auto is. Een rustige en vloeiende rijstijl gaat de Subaru Outback uiteindelijk het beste af.
En die benzinemotor? Die blijkt in heel dat verhaal een schitterende metgezel. Hoewel hij zijn 235 Nm pas bij 4.000 o/m vrijgeeft, heeft hij altijd koppel genoeg om deze nochtans forse break vlot met het verkeer te laten meedrijven. Uiteraard maakt zijn 175 pk er geen topspurter van, maar een tijd van 10,2 seconden om naar 100 km/u te sprinten is allesbehalve belachelijk. Hoger in de toeren trakteert de 2.5i je ook nog eens op een mooie, volle klank.
De Lineartronic-versnellingsbak waaraan alle Subaru’s gekoppeld zijn, vertoont twee gezichten: waar dat kan, gedraagt hij zich als een klassieke CVT en houdt hij het toerental constant (en liefst zo laag mogelijk), maar als het sneller moet vooruitgaan, kan hij ook klassieke verhoudingen simuleren. Zelf schakelen kan trouwens altijd, met de lepels aan het stuur, maar tenzij om op de motor te remmen heb je die eigenlijk niet nodig: de sturing doet het feilloos, op een zeldzame twijfeling en een schokje na.
Rest ons nog één ding: het verbruik, altijd het heikele punt wanneer het over Subaru’s en hun boxermotor gaat. Wel, dat viel reuzegoed mee: met de defensieve rijstijl waartoe de Outback van nature uitnodigt, kwamen wij na een week uit op 7,1 l/100 km. Akkoord, de omstandigheden zaten een beetje mee (echt fileverkeer hebben we niet gehad), maar in elk geval is het duidelijk dat de 2.5i niet de zuipschuit is waarvoor je hem op voorhand zou kunnen houden.
Ons verdict
De Subaru Outback is een bijzonder fijne en schromelijk miskende auto, ook met deze 2.5-benzine in de neus. Die past uitstekend bij het zenkarakter dat deze comfortabele break uitademt, en bewijst daarbij dat hij het drankprobleem van de Japanse boxers prima onder controle heeft.
Ja, de belastingen voor een 2,5-liter liggen hoger, maar de aanschafprijs maakt veel goed: voor de prijs van een volledig uitgeruste Outback heb je bij de premiumconcurrentie met moeite een kale compacte SUV.
- Ophangingscomfort
- Aangename motor
- Verhouding prijs-uitrusting
- Soms lichte schokken in de aandrijflijn
- Relatief hoge fiscale lasten
- Gewicht en formaat voelbaar
In dit artikel : Subaru, Subaru Outback
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!