Sochaux, dat is het Wolfsburg van Peugeot: een uitgestrekte fabriek die het woongebied rondom domineert. De stad zelf telt 4.200 zielen, PSA stelt er in zijn fabriek meer dan 10.000 mensen tewerk. Wie hier woont, werkt bij Peugeot. Dan werk je ofwel aan de 308, de DS 5, de 3008 of de Opel Grandland…
Of je werkt bij L’Aventure Peugeot, het prachtige museum dat aan de geschiedenis van het merk is gewijd. In het restauratieatelier hebben vier mecaniciens de handen vol met het onderhoud van de museumstukken, maar ook met restauratieprojecten voor particulieren.
In de garage staan vier auto’s klaar voor ons, alle vier vertegenwoordigers van de 5-familie zijn vijftigste verjaardag viert. Er is de 504 berline, geboortejaar 1969, met daarnaast een stijlvolle 504 Cabrio uit 1979, met een benzine-V6 met carburator. De 504 Coupé heeft dan weer een V6-injectiemotor. Het is een van de laatste exemplaren, uit 1983. En tot slot is er de 505 uit 1983. Zijn voornaamste verkoopargument staat op de C-stijl geborduurd: turbo.
Terug naar de bron
De bestemming is niet veraf. We maken een verkenningsrit door de Franche-Comté. Dit deel van de Jura rond Montbéliard is de wieg van Peugeot. De diversiteit van de familie Peugeot is er tot vandaag nog tastbaar. Al van in de achttiende eeuw investeerde de familie in industriële activiteiten. De naam was verbonden aan molens en weverijen, en later aan koffie- en pepermolens, zaagbladen, maar ook fietsen, naaimachines, gereedschap, radio’s, tot wapens toe.
Grappig genoeg was de familie Peugeot de auto waarmee Armand Peugeot kwam aandraven, niet erg genegen, en het was dan ook op eigen houtje dat Armand in 1889 zijn eerste ‘Peugeot’ op stoom showde. Niet veel later bouwde hij zijn eerste autofabriek in Audincourt. Tegen 1910 was de familievete bijgelegd en fuseerden de Peugeot-bedrijven, een feestje dat gevierd werd met de bouw van een nieuwe autofabriek… in Sochaux. Tot vandaag nog vind je zowel de autofabriek als de pepermolenfabriek in deze regio.
In de 504 Coupé zetten we koers naar de oudste nog actieve fabriek van Peugeot… nu ja, opnieuw geactiveerde fabriek. In Terre Blanche worden nog op bescheiden schaal versnellingsbakken geassembleerd, maar de echte schat ligt achteraan op het terrein: de archieven van Peugeot. Dat is deels een papieren archief, met een indrukwekkende collectie. Maar je ogen vallen pas echt uit hun kassen wanneer de deur achteraan opengaat.
De deur waarachter de reservecollectie schuilt. Vier hoog, in een tiental rijen staan in totaal goed 400 auto’s opgesteld. Ze zijn belangrijk, maar in het museum in Sochaux is er momenteel geen plaats voor. Een erg diverse collectie, met flink wat racewagens, zoals de Dakar-Peugeots, maar bijvoorbeeld ook de presidentiële limousines van zowel Mitterand als Giscard d’Estaing staan er in al hun statigheid stof te vergaren.
Projecten waarvoor geen plaats is in het museum, of die in afwachting zijn van restauratie. L’Aventure Peugeot zelf is indrukwekkend, maar hier valt je mond helemaal open. De geschiedenis van dit merk toont pas echt zijn ware omvang wanneer het vier hoog boven je hoofd staat gestapeld.
Tijdloze elegantie
De 504 Coupé liet in 1970 Peugeot-klanten toe om hun progressie op de sociale ladder te etaleren zonder het merk af te vallen. Het Pininfarina-koetswerk is een voorbeeld van tijdloze elegantie, maar het ontbrak hem aan een echt nobele motor. Pas in 1975 kreeg de tweeliter-viercilinder met injectie er een V6-broer bij: de beroemde PRV-V6, een gezamenlijke ontwikkeling van Peugeot, Renault en Volvo.
Hij was oorspronkelijk bedoeld als V8, maar door de oliecrisis van begin jaren 70 verschoof de aandacht naar een zuinige V6. De 2,7 liter grote V6-carburatormotor was goed voor 136 pk, de Bosch-injectie (met Ti-logo op de motorkap) die we in de V6 Cabrio aantreffen, zou dat vanaf 1977 optrekken naar 144 pk.
Verwacht alleen niet dat de 504 Coupé een scheurijzer is. Een stijlvolle manier om je te verplaatsen is een betere samenvatting van de 504, of het nu gaat om de coupé of om de cabrio. Onze 504 Coupé is een van de latere exemplaren, uit 1983, en met slechts 6.000 kilometer op de teller oogt hij nog als nieuw. Het interieur combineert seventies-chic met eighties-plastic.
De stoffen bekleding is nog in onberispelijke staat en de versnellingsbak schakelt als nieuw. De snelste op de départementale zal hij nooit zijn, maar in rijgenot blinkt hij hier wel uit… wanneer je eenmaal gewend bent aan de richtingaanwijzers rechts van het stuur.
Italiaans design
Maar in de aanloop naar de eerste kennismaking met de nieuwe 508 zijn we hier vooral voor de 504 berline, Peugeots vaandeldrager uit de jaren 70. Hij kon alles, en bouwde zich een onverwoestbare reputatie op in de rally’s in Afrika, net zoals de Coupé ook deed. De 504 ademt bourgeois-Frankrijk uit al zijn poriën, maar hij is technisch vooruitstrevender dan je zou denken. Voor het design klopte Peugeot opnieuw aan bij Pininfarina, waar Aldo Brovarone – de vader van de Ferrari Dino – voor een erg klassiek drievolumedesign zorgde.
De trapeziumvormige lichtblokken vooraan groeiden uit tot een vast designitem van Peugeot tot diep in de jaren 80. Even kenmerkend is de knik in de koffer, al is die niet van de hand van Brovarone zelf, maar een idee dat bij Peugeot vorm kreeg. Uiteindelijk zou de 504 tot in 1984 in Europa worden geproduceerd, en zelfs nog langer in Zuid-Amerika en in Afrika.
Pas in 2006 liep de laatste 504 van de band in Afrika, wat er de langst geproduceerde Peugeot van maakt. 3,7 miljoen exemplaren zijn er uiteindelijk van verkocht.
Echt rijcomfort
Op weg naar de Peugeot-pepermolenfabriek in Quingey valt de lichte rijtoets van de 504 berline op. Een middenklasser, dus grote motoren heeft hij nooit gekregen. De 504 berline bouwde zijn reputatie uit op de 1,8 en twee liter grote viercilinders op benzine, zelden met meer dan 100 pk, en de 2.1-diesel.
Hij combineert achterwielaandrijving met een onafhankelijke wielophanging rondom. Het resultaat is een rijcomfort dat vandaag verdwenen is. De bediening is licht, en met een gewicht van om en bij 1.250 kilogram heeft de 504 weinig moeite om op dreef te blijven. Zijn motor gromt indringend, en de vlakke stoelen maken dat je het stuur ook als steunpunt moet gebruiken.
Het appelblauwzeegroene interieur zou nu nog maar weinig kans op productie maken, maar anderzijds vallen de eenvoud en de kwaliteit van de bediening van de 504 in deze tijden van aanraakschermen nog meer op. Nu digitale tellers de norm worden, voelt zo’n Jaeger-klok heerlijk geruststellend aan: de info die je nodig hebt tijdens het rijden, is steeds binnen je blikveld aanwezig.
De rit met de 504 berline valt zozeer mee dat we meteen de zoekertjessites afspeuren. Het goede nieuws is dat je vanaf 3.000 euro nog een best aanvaardbare 504 op de kop kunt tikken. Het minder goede nieuws: je vindt ze niet meer in dozijnen.
Tijd voor turbo
Met de 505 ging Peugeot in 1979 een klasse hoger vissen. Een moeilijke periode voor het merk, dat op dat moment met de fusie van Peugeot, Citroën en het Europese luik van Chrysler het verhaal van de lamme, de dove en de blinde schreef. De jaren 80 zouden Peugeot opnieuw op het juiste spoor brengen via de 205 en de 309.
De 505 was daarbij een buitenbeentje. Een dynamische berline die de moderne turbotechnologie omarmde op een moment dat Duitse premium nog in zijn kinderschoenen stond. Bovendien is dit de laatste Peugeot met achterwielaandrijving. Er was al een sportieve 505 GTi met 130 pk, en een V6 – de PRV, jawel – met 170 pk, maar pas met de Turbo klikte het sportieve verhaal helemaal in elkaar voor de 505.
Peugeot ging met de 2,2-liter van Simca aankloppen bij Porsche. Een T3-turbo van Garrett later pronkte de 505 Turbo met 150 pk. Dat vermogen zou tegen 1985 zelfs aandikken tot 180 pk. Cijfers die nu niet veel indruk meer maken, maar destijds was een topsnelheid van meer dan 200 km/u nog goed voor flink wat bewonderende blikken op café. Nu is het vooral het turbogat dat zich laat voelen. Wachten, wachten, wachten… knallen.
Met de 505 sloot Peugeot in 1991 de 5-familie af. Een familie die pas in 2011 nieuw leven werd ingeblazen met de 508. Met de nieuwe generatie daarvan hoopt Peugeot opnieuw met de grand luxe van zijn voorvader aan te knopen…
Deze reportage van Johan Dillen verscheen in AutoGids 1010 (juli 2018).

BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!