Interview / Carlos Tavares: motorsport is een marketinginstrument

Carlos Tavares is de grote baas van de Stellantis-groep, maar hij is ook een autosportliefhebber en bovenal een drukbezet man. Toen ons de gelegenheid werd geboden om met hem van gedachten te wisselen over de terugkeer van Peugeot in de belangrijkste enduranceklasse met de 9X8 en de toekomstperspectieven van dit programma, lieten we die kans niet voorbijgaan. De even welbespraakte en innemende als gepassioneerde en boeiende Tavares antwoordde ons in zijn hoedanigheid van bedrijfsleider, in het besef dat de autosport bovenal een communicatiemiddel blijft.

>> Lees ook - De redactie ongefilterd - Autosport en marketing

Waarom koos u voor enduranceracen om officieel terug te keren naar de competitie?

Allereerst uit respect voor de geschiedenis van Peugeot in deze discipline. De constructeur heeft een erfenis en een verantwoordelijkheid ten opzichte van de 24 Uur van Le Mans en dit kampioenschap, die hebben bijgedragen tot het imago van het merk wereldwijd. Maar er zijn ook marketingredenen voor deze terugkeer. Als je kijkt naar de media-impact van dit kampioenschap en de 24 Uur van Le Mans in het bijzonder. Wij gebruiken de motorsport als een marketinginstrument en vergelijken het met andere marketinginstrumenten. En de effectiviteit van het instrument autosport is superieur... als je wint natuurlijk. Zoals u weet zijn er in absolute termen slechts twee kampioenschappen die op wereldniveau een echte media-impact hebben. De WEC is er daar één van, en die hebben we gekozen. Bovendien, als we de enduranceracerij vergelijken met het WRC, is de circuitracerij tot nu toe interessanter geweest in termen van technische en technologische ontwikkeling, met het oog op uitwisselingen met productiemodellen.

Peugeot koos voor de LMH in plaats van de naar verluidt minder dure LMDh. Hoe verklaart u dat besluit?

Toen wij de haalbaarheid van een terugkeer naar de enduranceracerij onderzochten, hebben wij natuurlijk de LMH en de LMDh vergeleken, of het nu ging om financiële efficiëntie, technologisch belang of de exploitatie en ontwikkeling van onze interne talenten. Uiteindelijk was het belangrijkste criterium dat de doorslag gaf in het voordeel van de LMH, de technologie. Natuurlijk is er een prestatiebalans en een beperking in de ontwikkeling van de auto, maar wij zijn overtuigd van het belang van deze categorie om een echte technologische brug te slaan tussen ons wedstrijdteam en onze afdeling productiewagens. De automobielindustrie wordt steeds technologischer en de competitie stelt ons in staat onze eigen technologieën, maar ook onze samenwerkingen met bepaalde partners en leveranciers te verkennen en te ontwikkelen. En deze trend zal in de loop van de tijd nog sterker worden.

Denkt u dat autosport in de huidige context – pandemieën, oorlogen, klimaatverandering – nog een toekomst heeft?

Ik denk dat we optimistisch moeten zijn – en dat ben ik – over autosport. We leven in een wereld die op zoek is naar oplossingen. En autosport gaat over het vinden van antwoorden op de problemen die onze industrie moet oplossen. Als je kijkt naar wat we hier in de endurance doen met hybridetechnologie, of in de Formule E, dan fungeren deze verbintenissen als technologische impulsen om oplossingen te bieden voor productiemodellen met het oog op het verminderen van de milieu-impact. Maar dit geldt ook voor gebieden als e-fuels en hernieuwbare brandstoffen.

Stellantis streeft naar de best mogelijke kostenefficiëntie. Is het derhalve denkbaar dat een ander merk van het concern de technische basis van de 9X8 aan de andere kant van de Atlantische Oceaan voor marketingdoeleinden zou kunnen exploiteren?

Dit is een uitstekende vraag, want Peugeot wordt niet verkocht in de Verenigde Staten en zal dat in de nabije toekomst waarschijnlijk ook niet doen, aangezien wij al over succesvolle merken beschikken wat de verkoop op die markt betreft. De optie van een gerebadgede 9X8 ligt dus op tafel, maar de besprekingen hierover zijn nog aan de gang en wij hebben nog geen beslissing genomen.

Denkt u dat de Amerikaanse markt klaar is voor autosportcommunicatie rond brandstofefficiëntie?

Het antwoord op deze vraag hangt sterk af van de invalshoek van waaruit je hem beantwoordt. En dat geldt ook in Europa. Het hangt allemaal af van de geldende wetgeving en de verwachtingen en behoeften van de klanten. De laatste twee aspecten worden gedefinieerd en ‘herontworpen’ naar gelang van de door de autoriteiten vastgestelde doelstellingen. Ter illustratie: de Amerikaanse regering wil dat tegen 2030 50% van de nieuw verkochte auto’s elektrisch is, terwijl in Europa het streefdoel 100% tegen 2035 is. Dat is waar we nu staan. Maar volgende regeringen kunnen deze doelstellingen bij elke wetswijziging aanpassen. Dus dit is slechts een startpunt vandaag.

Aangezien de autosport een marketinginstrument is, zal het van het sociale kader en van de behoeften van de klanten afhangen of wij met een bepaald type auto en motor aan een kampioenschap deelnemen. Het is aan ons om hen te geven wat ze nodig hebben, op de baan of op de weg.

Zou een "Dodge 9X8" een goed communicatiemiddel zijn, gezien het feit dat het een sportief merk is dat zich concentreert op muscle cars?

Zoals u weet, gaat Dodge wat wij noemen ‘e-muscle cars’ lanceren. Ik heb de ontwikkelingsvergaderingen bijgewoond, ik heb de eerste ontwerpen gezien en ik kan u zeggen dat deze auto's absoluut geweldig worden. Belangrijker nog: mensen onder de 30 die we erover aanspreken, vinden ze fantastisch. Dus gaan we de Amerikaanse e-muscle cars maken, met tonnen koppel en vermogen, en we creëren een specifiek geluid voor de toekomstige elektrische Dodge. Als onderdeel daarvan zal er een moment komen waarop de introductie van een competitiemodel dat gebruikmaakt van elektrificatie, een goede ondersteuning zal zijn voor deze nieuwe richting voor het merk. Het besluit om een Dodge 9X8 in te voeren, maakt dus deel uit van de discussie, maar er is nog niets beslist.

En ter afsluiting: bent u, als de raceliefhebber die u bent, van plan om met de 9X8 te gaan rijden?

Ik hoop ermee te kunnen rijden, ja, maar niet meteen, ik zou niet de man willen zijn die hem kapot maakt…!,