Op basis van een bevraging bij 22.000 vrijwillige respondenten hebben De Tijd en L’Écho een kaart van reistijden opgesteld voor pendelaars naar Belgische steden, met de auto of via alternatieve vervoersmiddelen. In 80% van de gevallen is het alternatief trager dan de auto. Met uitzondering van Brussel en Antwerpen voor sommige routes. De hoofdstad heeft vooral het voordeel van een stervormig spoornet. Dat bespaart dus tijd om naar Brussel te reizen. Het idee van het Gewestelijk ExpresNet (S-treinen) toont zelfs aan dat de lijnen waar de frequentie is verhoogd sneller zijn geworden.
35 verlofdagen
Gemiddeld verliest de Belgische automobilist 98,6 uur per jaar in de file tijdens spitsuren, wat overeenkomt met 12 werkdagen (die bovendien niet betaald worden). Maar de pendelaar die met de auto naar Antwerpen of Brussel moet, kan tot 280 uur per jaar in de file zitten, ofwel 35 werkdagen. Dat is meer dan de betaalde verlofdagen. In theorie zou deze tijd effectiever of aangenaam kunnen ingevuld worden met de trein. Behalve dat daarmee vaak de reistijd nog langer wordt. En het comfort en het welzijn in de wagons geven de reiziger niet altijd de mogelijkheid om aan een dossier te werken of om een vergadering voor te bereiden in de trein. Kortom, er is vaak gewoon geduld nodig.
Sneller met het openbaar vervoer
Wanneer er sprake is van ‘overbelasting’ en de forens gedwongen wordt om verschillende reismethodes te combineren (te voet, bus, trein, metro, fiets, step, etc.), dan wordt de reistijd vaak langer bij alternatief transport. De auto wordt nog meer onmisbaar als er verschillende stops zijn op de route: scholen, winkels, op bezoek bij iemand, … Er zijn echter uitzonderingen. Van Brugge naar Brussel, van Waver naar Brussel, van Namen naar Brussel en van Bergen naar Brussel is meestal sneller met de trein. Dat is ook het geval (tot 7% kortere reistijd met het openbaar vervoer) om naar Antwerpen, Sint-Niklaas en Kortrijk te reizen. Daarentegen blijft de auto voor Charleroi, Gent, Leuven, Mechelen, Bergen, Namen, Doornik en anderen de meest effectieve oplossing.
Vlaanderen drukker
De Waalse steden zijn over het algemeen beter af dan die in Vlaanderen. Antwerpen heeft duidelijk erg veel last van files, die de reistijd verdubbelen, net als Brussel. Gemiddeld stijgt de reistijd met meer dan 50% in Mechelen (het grootste probleemgeval na Brussel en Antwerpen), Aalst, Waver, Leuven, Kortrijk, Hasselt, Sint-Niklaas, Seraing en La Louvière. Luik zit net onder deze limiet. Anderzijds rijdt het wat beter in Brugge, Charleroi, Gent, Genk, Bergen, Namen, Oostende, Roeselare en Turnhout met 30 tot 45% verloren tijd. Het beste is Doornik, waar de reistijd slechts 27% langer uitkomt. Over het algemeen is donderdag de slechtste dag van de week om tijdens spitsuren de baan op te gaan.
Wat zijn de oplossingen?
Het beste is natuurlijk om dichtbij het werk te wonen en om te voet of met de fiets te gaan, of met de metro of tram voor een paar haltes in de steden met zulke voorzieningen. Voor anderen blijft er nog thuiswerken over indien mogelijk. Anders zal het nodig zijn om (veel) geduld uit te oefenen. De Tijd en L’Écho komen tot de conclusie dat er nog steeds niet genoeg alternatieven zijn in België. Vooral omdat een stedelijk transportnetwerk, zoals het GEN, in Gent bijvoorbeeld nog niet op poten staat. Daar zou tijd mee bespaard kunnen worden en een nuttige dienst kunnen bieden aan pendelaars. Die kunnen dan eventueel hun auto achterlaten op een parking om de andere plekken van hun traject te bereiken (school, winkel, etc.). Op voorwaarde, natuurlijk, dat de parking groot genoeg is, en liefst gratis of anders niet te duur.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!