Mobiliteit / We rijden steeds langer (maar minder ver) met onze auto

Gemiddeld rijdt de Belgische bestuurder 10 jaar met zijn wagen. Dat is twee jaar langer dan tien jaar geleden. Best opmerkelijk, want de steeds strengere milieunormen en de fiscale gunsttarieven voor elektrische auto’s zijn ontworpen om ons zo snel mogelijk in een nieuwe auto te krijgen. Bovendien zorgt het grote aandeel van bedrijfswagens ervoor dat de tweedehandsmarkt voortdurend bevoorraad wordt met jonge modellen en potentiële koopjes.

Toch blijven we onze heilige koe langer trouw, een reflex die ingegeven wordt door de aanhoudende onzekerheid over de EV-transitie en door de hoge aankoopprijzen van nieuwe wagens. De Belgische bestuurder houdt zijn auto liever wat langer bij, zelfs als daar wat hogere belastingen en hogere onderhoudskosten tegenover staan. Dat blijkt uit een studie van onderzoeksbureau GIPA, uitgevoerd in samenwerking van Auto 5.

Wel ouder, maar minder kilometers

Dat wil ook zeggen dat het Belgische wagenpark veroudert, een tendens die haaks staat op de politieke wil om snel te elektrificeren. In 2013 bestond 27% van de Belgische wagens uit modellen die jonger dan drie jaren waren, in 2023 was dat aandeel gezakt tot 21%. Intussen steeg het aandeel van auto's die ouder dan 15 jaar zijn van 7% in 2013 naar 13% in 2023. De verschillen tussen de zich razendsnel elektrificerende markt van de bedrijfswagens en die van de particuliere koper nemen dan ook enorm toe.

In België heeft de gemiddelde auto een leeftijd van bijna 10 jaar. Aangezien we momenteel 12.650 kilometer per jaar rijden (een cijfer dat blijft dalen sinds de coronapandemie), heeft die gemiddelde auto een 120.000 kilometer op de teller. Uit de studie van GIPA blijkt ook dat tweederde van de Belgische gezinnen over een eigen auto beschikt. Gemiddeld beschikken we evenwel over 1,4 wagens per gezin, een cijfer dat de jongste jaren blijft stijgen.