Mobiliteit / De auto verliest terrein bij pendelaars

Samen met de Federale Overheidsdienst Mobiliteit heeft Vias Institute een groot mobiliteits- en verkeersveiligheidsonderzoek gevoerd bij 30.000 mensen om de evolutie te kunnen volgen van het verplaatsingsgedrag van Belgen in de afgelopen jaren. De resultaten geven aan dat de auto voor woon-werkverkeer terrein verliest.

Dalende gemiddelde snelheid

Volgens het onderzoek is het aandeel van de auto in het woon-werkverkeer gedaald van 71 procent in 2010 naar 56 procent in 2016. De trein (van 6 naar 10 procent) en vooral de fiets (van 7 naar 16 procent) hebben daarentegen terrein gewonnen. De gemiddelde reisduur van huis naar het werk is langer geworden, maar niet overdreven: van gemiddeld 28 minuten naar 29,5 minuten. De gemiddelde snelheid op deze trajecten is tegelijk gedaald van 43 naar 41 km/h.

Succes van carpooling

De auto blijft dus het belangrijkste vervoersmiddel voor woon-werkverkeer. Maar we leren ook dat carpooling aan belang wint voor deze verplaatsingen: in 2010 maakte slechts 2 procent van de automobilisten er gebruik van om van of naar het werk te rijden, vandaag is dat al 5 procent. Carpooling voor andere doelen (vrijetijdsbesteding) werd echter minder populair: we zijn van 11 procent zes jaar geleden naar 9 procent vandaag gegaan.