Cash for cars werd twee jaar terug door de federale regering ingevoerd in een poging het fileprobleem aan te pakken. De gedachte achter het programma was immers dat mensen met een salariswagen - lees: een auto die niet strikt nodig is om de job uit te kunnen oefenen - dat extralegaal voordeel in zouden wisselen voor een hoger nettoloon.
De verlaging van het aantal inschrijvingen dat daaruit moest volgen, zou dan de drukte op onze wegen verlichten.
Tot eind dit jaar
Tot daar de theorie. Het Grondwettelijk Hof oordeelt namelijk dat niet bewezen kan worden dat werknemers die hun bedrijfswagen inleveren ook daadwerkelijk hun toevlucht zouden zoeken tot de alternatieven. 'Met dat extra loon kan altijd een goedkopere, kleinere wagen aangeschaft worden, die in even grote mate bijdraagt aan het fileprobleem', valt in de uitspraak te lezen.
Bovendien discrimineert de maatregel. Wie geen salariswagen heeft, kan die ook niet inruilen. En bijgevolg niet genieten van het belastingsvoordeel.
Geen succes
Eind dit jaar gaat het systeem dan ook op de schop. Voor alle duidelijkheid, het mobiliteitsbudget, waarbij werknemers vrij kunnen kiezen hoe ze hun woon-werkverplaatsingen financieel organiseren (door bijvoorbeeld de bedrijfswagen aan te vullen met andere mobiliteitsoplossingen), blijft wel bestaan
Niet dat er daarmee een gigantische stap terug wordt gezet. Sinds het ontstaan van Cash for Cars leverde minder dan 1 procent van de beoogde doelgroep zijn auto ook effectief in.
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!