Mobiliteit / Ritsen blijkt moeilijk te zijn...

Sinds 1 maart 2014 is het ritsprincipe verplicht op plaatsen waar een rijstrook wegvalt. Een enquête die uitgevoerd werd door het BIVV (Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid), toont aan dat meer dan negen bestuurders op tien al van het principe gehoord hebben, maar dat bijna één op vier niet juist weet hoe het moet toegepast worden. Een woordje uitleg...

Het principe

Het ritsprincipe staat opgetekend in artikel 12bis van het verkeersreglement en moet worden toegepast op plaatsen waar een rijstrook wegvalt: “De bestuurders die, bij sterk vertraagd verkeer, rijden op een rijstrook die ophoudt of waarop het verder rijden wordt verhinderd, mogen slechts vlak voor de versmalling invoegen in de aangrenzende vrije rijstrook.” De bestuurders op die rijstrook moeten elk om beurt een bestuurder laten invoegen. Het mechanisme van het ritsen is een algemene regel die geen signalisatie nodig heeft om van toepassing te zijn. Het veranderen van rijstrook waarbij het ritsprincipe wordt toegepast, wordt niet gezien als een manoeuvre.

Wie begint?

In praktijk moet de bestuurder die op de vrije rijstrook rijdt, als eerste, een bestuurder laten invoegen die van een onderbroken rijstrook komt. De volgende bestuurder die op de vrije rijstrook rijdt, moet vervolgens hetzelfde doen. Dat principe is van toepassing op alle bestuurders van welk voertuig dan ook, inclusief motorfietsen, vrachtwagens, bestelwagens of voertuigen met een aanhangwagen.

Opritten van autosnelwegen

Maar opgelet, het ritsprincipe is niet van toepassing op de oprit van een autosnelweg. In dat geval moet er steeds voorrang gegeven worden aan de bestuurders die zich al op de autosnelweg begeven. Weet ook dat een voorrangsbord altijd voorrang heeft op de algemene regels, ook bij zwaar vertraagd verkeer.

Hier een overzicht in beeld: