Mobiliteit / Telewerken: goed voor de mobiliteit, nauwelijks ingeburgerd

Volgens Vias heeft telewerken positieve effecten op de verkeersveiligheid. Het instituut merkt op dat “woon-werkverkeer goed is voor ongeveer 25 procent van alle gereden kilometers, maar dat tweederde daarvan tijdens de spitsuren plaatsvindt”. Als deze verplaatsingen kunnen worden beperkt door werknemers toe te staan om van thuis uit te werken, dan zou het verkeer verminderen en dus het aantal ongevallen. Het instituut zegt zelfs: “Als we erin zouden slagen om het aantal verplaatsingen via telewerken te verminderen met 20 procent, dan zouden er jaarlijks 3.200 minder letselongevallen gebeuren en 320 minder doden en zwaargewonden vallen”.

10 = 5

Vias heeft berekend dat “10 thuiswerkers overeenkomen met 5 auto’s minder op de weg” tijdens de ochtend- en avondspits. Overdag gebruikt slechts “5 procent van de telewerkers” zijn auto. En als ze dat doen, dan is dat voor korte trajecten (gemiddeld 12 kilometer). De FOD Mobiliteit geeft aan dat vandaag 17 procent van de mensen minstens 1 dag per week mag telewerken. Maar volgens de overheidsdienst zou 42 procent van de Belgen potentieel op regelmatige basis van thuis uit kunnen werken.

Aarzeling

Helaas wijst een onderzoek van de FOD onder 2.000 mensen aan dat één derde van de werknemers die zouden willen thuiswerken dat niet mogen van hun werkgever. Het zou slechts “kleine aanpassingen” vergen en een “mentaliteitsverandering bij de werkgevers” om de gewoonte ingeburgerd te krijgen bij bedrijven. Er is ook de mogelijkheid om te gaan werken op satellietkantoren in de omgeving van grote steden. De impact op de mobiliteit zou beperkter zijn, maar de zones die nu het zwaarste verkeer te slikken krijgen, zouden daardoor in elk geval al een beetje worden ontlast.