Om zijn rallyambities te bevredigen ontwierp en bouwde Audi een nieuwe coupé met vierwielaandrijving: de Quattro. De nieuwkomer won niet alleen alles wat er te winnen viel, maar wijzigde ook radicaal het imago van de constructeur.
Techniek
In de vroege jaren 70 werd Audi al beschouwd als een serieus merk, maar zijn producten misten elke vorm van sexappeal. Omdat de achterstand ten opzichte van de toenmalige prestigetenoren – BMW en Mercedes – nog groot was, was het merk aan ontwikkeling toe. Onder zijn leiding besloot Ferdinand Piëch een competitieafdeling te creëren: Audi Sport. Al snel kwam de ‘patron’, geïnspireerd door het werk van de Engelse firma Fergusson, op het idee om een rallywagen met vierwielaandrijving te ontwikkelen. In diezelfde periode was Audi net bezig met de ontwikkeling van de terreinwagen Iltis (die in ons land massaal werd gebruikt door het leger), terwijl de nieuwe vijfcilindermotor van het merk op de proef werd gesteld in de rally Parijs-Dakar. Intussen had de directie ook al besloten om een vierwielaangedreven coupé in serie te produceren. De Quattro, die in 1980 werd gepresenteerd, was gebaseerd op de nieuwe coupé GT, die zelf geïnspireerd was op de berline 80. Het nieuwe model van Ingolstadt oogde niet alleen breder en agressiever, met zijn dikke bumpers en wielkasten, maar werd ook luxueuzer aangekleed, met een fluwelen interieur. Nog interessanter was de vijfcilindermotor van 2144 cc, die dankzij een KKK-turbocompressor 200 pk ontwikkelde bij 5500 o/m. Zijn viriele temperament werd getemperd door de permanente vierwielaandrijving, die een nooit eerder gezien veiligheidsniveau bood. Met behulp van een bedieningshendel konden de diverse differentiëlen vanuit de cockpit geblokkeerd worden voor meer grip, bijvoorbeeld in de sneeuw. Zonder echte concurrentie evolueerde de Quattro in de loop der jaren en er werden heel wat speciale reeksen op de markt gebracht. In 1987 werd de cilinderinhoud opgedreven naar 2,2 liter, terwijl het intussen pneumatische middendifferentieel werd vervangen door een Torsen-differentieel. Als ultieme evolutie kreeg de Quattro in 1990 een van de Quattro Sport afgeleide cilinderkop met twintig kleppen, zodat hij zijn carrière met een vermogen van 220 pk en in schoonheid kon afsluiten.
Mythe
De Quattro, die zijn tijd ver vooruit was, is een auto van superlatieven. Zowel in de rallysport als op de openbare weg heeft hij zijn superioriteit bewezen. Ook het unieke geluid van zijn motor wist de gemoederen te beroeren, evenals zijn weergaloze weggedrag.
Richtprijs
De Quattro Turbo, die al jaren goed in de markt ligt vanwege zijn onmiskenbare rijkwaliteiten, gaat tegenwoordig van de hand voor 15000 tot 30000 euro. Gezien het huidige succes van oude auto’s van de VAG-groep zullen die richtprijzen niet snel dalen, integendeel.
Maxime Hérion
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!