De VW Golf I GTI is al jarenlang een cultobject voor verzamelaars en heeft veel troeven om te behagen: schattig, veelzijdig, efficiënt en goed gebouwd. Tegenwoordig moet je er dan ook al exorbitante prijzen voor betalen.
Techniek
De Volkswagen Golf, die voorbestemd was om de eerbiedwaardige Kever te vervangen, verscheen in 1974. Deze bijzonder moderne auto – althans ten opzichte van zijn voorganger – luidde een nieuw tijdperk in voor het Duitse merk. Van bij zijn ontwerp dachten sommige VW-ingenieurs al aan de ‘Sport’-versie en op enkele maanden tijd ontwikkelden zij de toekomstige GTI door vooral het onderstel onder handen te nemen. De 1600-injectiemotor werd dan weer ontwikkeld in samenwerking met Audi. De Golf GTI werd in 1975 voorgesteld op het salon van Frankfurt en was meteen een hit. Behalve met zijn betaalbare prestaties verleidde hij het publiek ook met zijn rood-zwart geruite binnenbekleding, het rode biesje rond zijn radiatorrooster, zijn dorpelverbreders, een grotere voorspoiler en een matzwarte accentuering van de voor- en vooral de achterruit. De GTI werd dan ook snel een commercieel succes. In het eerste productiejaar verkocht VW tien keer zoveel exemplaren als het initieel geplande aantal. In de loop der jaren evolueerde de GTI en in 1980 kreeg hij een vijfversnellingsbak. Twee jaar later kreeg hij een 112 pk sterke 1800 onder de motorkap, die hem meer souplesse en dagelijks gebruiksgemak verschafte. Hij werd steeds efficiënter en werd ook in een gezinsvriendelijkere vijfdeursvariant op de markt gebracht. Op dat moment had het GTI-fenomeen zijn hoogtepunt bereikt. In 1984 werd de Golf I vervangen door de Golf II, die zijn sportieve variant voortzette met dezelfde motor.
Mythe
De Golf GTI is een auto voor zowel brave als stoute jongens: universeel en extreem ‘cult’. Zoals bij alle legendarische auto’s vallen zijn prestaties vandaag misschien wat tegen, maar je moet hem eerder zien als een ideale machine om terug te keren in de tijd.
Richtprijs
De prijzen van de Golf I GTI zijn intussen al zeer hoog en blijven maar stijgen. Voor een goede restauratiebasis moet je algauw 5000 euro neertellen, terwijl een perfect exemplaar meer dan 11000 euro kost. Deze prijsstijging zal nog niet meteen stoppen met de groeiende interesse van jonge verzamelaars voor oude VW’s.
Maxime Hérion
BLIJF OP DE HOOGTE VAN HET LAATSTE AUTONIEUWS!
Nieuwe modellen, tests, advies, exclusieve evenementen! Het is gratis!