Eerste test / Audi A4: Competitief blijven

Het concept

De Audi A4 krijgt dus halverwege zijn carrière een restyling. Een sleutelmoment in de levensloop van deze ‘familiale firmawagen’, want een dergelijke ingreep is broodnodig om competitief te kunnen blijven met zijn twee grote rivalen, de Mercedes C-Klasse en de BMW 3-Reeks. Deze laatste werd namelijk onlangs volledig vernieuwd, terwijl de opvolger van de huidige C er in 2021 aankomt.

Wat er verandert

Temeer omdat de gezinsberline, net zoals bij Mercedes en BMW, een groot aandeel heeft in de verkoop van Audi. Vandaar dat de aandachtspunten bijzonder talrijk zijn voor dit model, ook al wordt dat niet bepaald onderstreept door de esthetische evoluties die zich vooral concentreren rond het Singleframe-rooster en de (standaard) ledverlichting.

Om mee te gaan met zijn tijd heeft Audi vooral aandacht besteed aan het interieurcomfort en de connectiviteit. Met name de MMI-interface werd volledig vernieuwd en kreeg een groter scherm in zijn meest geavanceerde versie (12,3 duim). Het is voortaan tactiel (met haptische feedback), wat niet alleen de gebruiksvriendelijkheid en de efficiëntie van de menunavigatie bevordert, maar ook de middenconsole bevrijdt van het gebruikelijke bedieningspaneel. Resultaat: een extra opbergruimte! Ook de connectiviteit ging erop vooruit, vooral op veiligheidsvlak met de verrassende herkenning van verkeerslichten (naast die van verkeersborden). Zo komt de bestuurder dankzij de realtime ‘Car-to-X’-verbinding te weten welke snelheid hij moet aanhouden om ‘groen’ te hebben aan het volgende verkeerslicht. Enige voorwaarde: voor u moet een Audi met dezelfde technologie rijden, wat in het begin misschien nog wat zeldzaam kan zijn.

De vernieuwde A4 wordt gelanceerd met zes verschillende motoren, gaande van 136 tot 347 pk. Meteen al een ruim gamma dus. We merken op dat alle benzinemotoren een zachte 12V-hybridisering krijgen, net zoals de TDI’s van 136 en 150 pk. Volgens Audi zou dit hulpmiddel een brandstofbesparing van 0,3 liter kunnen opleveren op de officiële cyclus. De 2.0 TDI’s (waarvan binnenkort een 122 pk-versie volgt, zoals voorheen) profiteren bovendien van de nieuwste ‘Evo’-ontwikkelingen die we al kennen van andere producten van de groep en de interne wrijving aanzienlijk beperken. Een krachtiger hybridisatiesysteem (van 48 volt) is eveneens beschikbaar, maar uitsluitend op de dikke TDI van de S4. Bijna alle krachtbronnen zijn gekoppeld aan een gerobotiseerde S tronic-versnellingsbak met dubbele koppeling. Alleen de basis-TFSI (met 150 pk) krijgt nog een handbak, terwijl de S4 door zijn enorme koppel (700 Nm) wordt veroordeeld tot de Tiptronic 8-automaat met koppelomvormer.

Hoe hij rijdt

Geen fundamentele wijzigingen in het rijgedrag van de A4: gewoon degelijk, efficiënt en op het eerste gezicht nog comfortabeler. De relatief slappe schokdemping maakt de auto niet helemaal immuun voor pompbewegingen, maar bevordert daarentegen wel de filterkwaliteit. De 2.0 TFSI lijkt onderweg de meest homogene motor in het benzinegamma en toont zich bovendien heel redelijk op verbruiksvlak: om en bij de 7 l/100 km tijdens onze testrit.

Van het dieselaanbod was alleen de 163 pk-versie beschikbaar tijdens deze eerste kennismaking. En met zijn 12V-hybridisering maakt hij een uitstekende indruk, aangezien de elektrische assistentie duidelijk helpt om hem bij alle toerentallen meer pit te geven en de S tronic-versnellingsbak iets rapper te ‘activeren’ dan met een TFSI. In combinatie met de benzinemotoren is de zogeheten ‘take off’ van de bak namelijk te traag: hij ‘pakt’ met andere woorden niet snel genoeg, wat ten koste gaat van de hernemingstijden. Geen enkel probleem op de snelweg natuurlijk, maar des te problematischer bij een aaneenschakeling van rotondes. In de 163 pk-versie van de TDI bleek het stuur dan weer gevoelig voor koppelreacties en het nalopen van wegoneffenheden, wat ongetwijfeld moet voortkomen uit het gewicht dat de vooras moet torsen, in combinatie met zijn geometrie. De benzineversies bleken namelijk geen last te hebben van dit verschijnsel.

Budget

Met een instapprijs van 33.100 euro voor de basisbenzineversie kun je niet echt zeggen dat de A4 een koopje is – maar wie had anders verwacht? In elk geval liggen de prijzen in lijn met wat BMW en Mercedes aanrekenen (voor een C-Klasse ben je zelfs nog wat meer kwijt). De eerste diesel is bijna buitensporig duur: 37.150 euro voor de tweeliter-TDI van 136 pk, voorzien van de 12-volthybridisering. Op een meer betaalbare zelfontbrander is het nog enkele maanden wachten tot de 122 pk-variant zijn entree maakt. Voor de Avant-versie moet je 1.850 euro meer uittrekken.

Ons verdict

Ook na zijn facelift blijft de A4 inzetten op technologie en comfort. Op dit vlak blijft de Audi een soort van vaste waarde in zijn categorie, net zoals de 3-Reeks of de C-Klasse. In ieder geval is en blijft hij goed gewapend om het hoofd te bieden aan zijn gedoodverfde rivalen en – natuurlijk – elk ander model dat de degens met hem zou willen kruisen.