Eerste test / Honda Jazz 1.5 i-VTEC: Extra schwung

Het concept

De derde generatie van de Honda Jazz – of Fit, zoals hij op sommige markten heet – werd bij ons geïntroduceerd eind 2015. Dat hij nu al recht heeft op een midlifefacelift, kan dus misschien vroeg lijken, zelfs al weten we dat de Japanse constructeurs er doorgaans vrij snel bij zijn om hun modellen een opfrisbeurt te geven. Bovendien mogen we niet vergeten dat dit model, dat een beetje het midden houdt tussen een stadsauto en een kleine eenvolumer, in zijn thuisland al twee jaar op de markt was vooraleer het als Jazz de oversteek maakte naar het Oude Continent. Hier prijkt hij misschien niet bovenaan in de verkoophitlijsten, maar Honda gaat er toch prat op wereldwijd al meer dan 1,2 miljoen exemplaren te hebben verkocht van deze generatie Jazz/Fit.

Naast zijn nieuwe motor, extra uitrustingsniveaus en bijgewerkte look kan de vernieuwde Jazz natuurlijk nog altijd prat gaan op de kwaliteiten waarvoor hij altijd al bekend stond, zoals een ruim en moduleerbaar interieur, met name dankzij de centrale opstelling van de brandstoftank en de Magic Seat-achterbank. Die laatste kan nog altijd niet alleen worden neergeklapt (waardoor het laadvolume kan worden vergroot van 354 tot een voor dit segment indrukwekkende 1.314 liter), maar ook rechtop worden geplaatst, voor wanneer je hoge voorwerpen rechtop wilt vervoeren. 

Wat er verandert

Je herkent de opgefriste Jazz vooral aan zijn nieuwe snoet, die dichter aansluit bij die van de recentste modellen van het merk. Het opvallendst is dat de dagrijlichten verhuisden van onderaan in de bumper naar onderaan in de vernieuwde koplampen. Het lichtjes gewijzigde radiatorrooster werd voorzien van een extra chroomstrip om beide dagrijlichten visueel met elkaar te verbinden, terwijl het merklogo wat prominenter aanwezig is en ook de ganse voorbumper een ander design kreeg. Hetzelfde geldt trouwens voor de achterbumper, waardoor de Jazz enkele millimeters langer werd (nu 4.051 millimeter).

Tot dusver was Honda’s kleinste bij ons verkrijgbaar in de niveaus Trend, Comfort en Elegance. Die blijven ook na de facelift bestaan, maar ze worden aangevuld met de X-Road en de Dynamic. Die eerste wil een graantje meepikken van de cross-overhype door zich een wat stoerdere aankleding aan te meten, met grijze bumperbeschermers voor- en achteraan, evenals wielranden, flankbeschermers en zijschorten in zwarte kunststof. Puur cosmetische opsmuk dus, terwijl deze versie toch 1.500 euro meer moet kosten dan de Elegance waar ze op gebaseerd is. Anderzijds is er de Dynamic, die uitpakt met een diffusor in de achterbumper, mistkoplampen, zijschorten, een spoiler boven de achterruit, glanzend zwarte zestienduimvelgen en een rood biesje op de bumpers.

Deze nieuwe topversie is ook de enige die verkrijgbaar is met de 1.5 i-VTEC die zijn intrede doet in het Jazz-gamma. Het gaat om dezelfde atmosferische motor die we ook terugvinden in de HR-V en die gekenmerkt wordt door directe injectie en Honda’s alomgeprezen systeem van variabele kleptiming en -lifthoogte. Hij heeft dezelfde boring als de 1.3, maar een langere slag, en is goed voor 130 pk, maar bij gebrek aan een turbo slechts 155 Nm. Bovendien zijn dat maximumvermogen en -koppel respectievelijk pas beschikbaar bij 6.600 en 4.600 o/m.

Hoe rijdt hij?

Desondanks had de eerste kennismaking met de Jazz 1.5 i-VTEC een aangename verrassing in petto, want niet alleen is hij logischerwijs wat ‘voller’ onderin dan de 1.3, hij klimt ook bijzonder gretig in de toeren. Combineer dat met het uitgekiende chassis en de nauwkeurig schakelende manuele zesbak en je krijgt een onvermoed scheurijzer dat in 8,7 seconden optrekt van 0 tot 100 km/h, een nauwkeurig en veilig weggedrag kan voorleggen én toch altijd comfortabel voor de dag blijft komen. Kleine kanttekening: we konden enkel met de manuele versie rijden; de 1.5 is net als de 1.3 als optie verkrijgbaar met een CVT, die zeker zijn kwaliteiten zal hebben, maar wellicht een beetje een domper op de feestvreugde zal zetten, door maar liefst 1,3 seconden minder vlot op te trekken. Hij helpt wel om de anders vrij hoge CO₂-normuitstoot (133 g/km) te drukken tot 124 g/km.

Budget & uitrusting

Een prijsbreker is de Jazz zeker niet. Zo kost de instapversie Trend met de basismotor 1.3 nog een redelijke 15.990 euro, maar voor het tweede uitrustingsniveau ben je toch al 17.690 euro kwijt. En aangezien de nieuwe 1.5 i-VTEC enkel verkrijgbaar is in de nieuwe topversie Dynamic, blijft die maar net onder de 20.000 euro (19.690 euro). De ‘stoere’ X-Road (die net als de Trend, de Comfort en de Elegance enkel verkrijgbaar is met de 1.3) gaat zelfs over die drempel, met een prijskaartje van 21.190 euro. Daar staat echter tegenover dat de uitrusting maar weinig te wensen overlaat: zo heb je van bij de basisversie onder andere een noodremfunctie voor in de stad, bluetooth, een snelheidsregelaar, automatische lichten en ruitenwissers en een (manuele) airco, terwijl je vanaf de Comfort onder meer recht hebt op een spoorassistent, lichtmetalen velgen (van 15 duim), een verkeersbordherkenning en parkeersensoren voor- en achteraan, evenals het infotainmentsysteem Honda Connect (maar zonder navigatie). De Elegance, X-Road en Dynamic krijgen naast lichtmetalen wielen van 16 duim zelfs standaard full led-koplampen. Zoals vaak bij Aziatische constructeurs zijn de personaliseringsmogelijkheden van de verschillende versies echter beperkt  – de enige losse fabrieksopties (naast verschillende accessoires en natuurlijk de CVT-automaat, die ongeacht de versie 1.300 extra kost) zijn metaalglanslak en een navigatiefunctie voor het Honda Connect (voor een erg redelijke 700 euro).

Concurrenten

De Jazz is met zijn monovolumeachtige koetswerk een beetje een buitenbeentje, maar ook een survivor: zijn meest voor de hand liggende rivalen zijn ofwel vervangen door een cross-over of SUV, ofwel gewoon stilletjes afgevoerd (Citroën C3 Picasso, Nissan Note, Renault Modus, Toyota Verso-S, enzovoort). Onder de andere overblijvende kleine eenvolumers denken we nog aan de Ford B-Max, de Hyundai ix20 of de Kia Venga, al zijn die toch allemaal een tiental centimeter langer. Als je de Jazz gewoon ziet als een veelzijdige stadsauto, dienen zich natuurlijk heel wat meer rivalen aan, niet in het minst de Toyota Yaris, die qua afmetingen het dichtst in de buurt komt (ook in de hoogte).

Ons verdict

De Jazz behoudt bij deze facelift de kwaliteiten waarvoor hij al geroemd werd, met name zijn interessante binnenruimte en moduleerbaarheid, maar wordt met de 1.5 i-VTEC een stuk veelzijdiger en biedt een lekker ouderwets rijplezier dat je hem gezien zijn wat brave uiterlijk niet zou nageven. Dat deze topmotor uit het gamma enkel verkrijgbaar is in het hoogste uitrustingsniveau, maakt er echter geen koopje van. Gelukkig kun je dan wel rekenen op een uitgebreide uitrusting.